Jawel, hij zit erop! Een "wat, waarom en hoe"-post met foto-niet-door-mezelf-geschoten-met-mijn-linkerhand volgt volgende week! Mocht u nu alvast vragen hebben, stel ze gerust! :-)
woensdag 27 juni 2012
maandag 25 juni 2012
Klaar met het studiejaar!
Afgelopen donderdag (gevoelstijd: 3 weken geleden) deed ik mijn laatste tentamen, waar ik vanavond de uitslag van kreeg en daarmee kwam er een einde aan dit studiejaar. Ik heb het ondanks alle malaise voor elkaar gekregen om dit semester 7 vakken te doen en te halen, wat betekent dat ik in totaal 11 van de 12 vakken gehaald heb en dat ik door mag naar het 2e jaar. Jawel, “Huize Roofbouw” heeft het weer eens geflikt.
Dat is aan de ene kant natuurlijk prettig, omdat het harde werken en de ellende wél iets opgeleverd heeft. Aan de andere kant is het ook gevaarlijk, omdat ik de grens tussen “nog even doorzetten” en “volslagen onverantwoord” (waar ik hier al eens over schreef) feitelijk 10 maanden lang keihard overschreden heb, met gezondheidsschade, karakterversikkeneuring en ernstige Levensvreugdderving tot gevolg.
De gezondheidsschade is voor zover we nu kunnen zien verholpen en ik hoop dat zowel de karakterversikkeneuring als de Levensvreugdderving door 2 maanden relatieve rust vanzelf bijtrekken, maar u begrijpt dat ik me niet nog twee jaar op deze manier door mijn studie heen kan blijven rammen zonder dat dat een keer definitief fout gaat.
Ik ga de komende weken dan ook hard nadenken over óf het wel verstandig is met deze studie door te gaan en zo ja, hoe ik het dan op een andere manier kan doen. Nu is het wel zo dat volgend studiejaar ik minder vakken tegelijkertijd volg en ik denk (lees: hoop vanuit mijn tenen) dat dat voor mij gaat schelen: de eekhoorns hebben significant minder moeite met Heel Veel Stof van 1 vak verwerken, dan in totaal evenveel stof, maar dan bestaande uit kleinere hoeveelheden van 7 verschillende vakken. Nou ja, eerst het realiseer/besef-moment dat dit studiejaar voorbij is afwachten (de post-uitslag jankbui heb ik al achter de rug gelukkig) en me wijden aan alle dingen die ik van plan was om het momentum er een beetje in te houden en totale inkeeving te voorkomen!
In geheel ander nieuws (lees: om u na deze serieuze semi-simmigheid nog iets leuks te lezen te geven): ik droomde twee dagen geleden dat ik een tattoo had laten zetten op mijn onderarm, die vlak na het zetten al vervaagd was. Terwijl ik die tattoo aan iemand-van-wie-ik-in-mijn-droom-wist-wie-het-was-maar-die-ik-IRL-niet-ken liet zien, verschenen er op mijn handpalm en vingers spontaan diverse andere tattoos, die verkeerd gespeld waren en die ik bovendien helemaal niet wilde! Op het moment dat ik in gillende paniek dreigde te raken, verdwenen die tattoos vanzelf. Toen werd ik wakker en dacht ik: "Dafuq!?"
Dat denk ik nu nog steeds, dus mocht u droomuitlegger, (al dan niet amateur) psycholoog (al dan niet van de koude kat), Freudiaan of eh, gewoon iemand met een leutige uitleg van waar deze droom in PIEPSNAAM over ging zijn, schroom dan niet om uw uitleg in het reactievakje te typen! Ik ben heel benieuwd!
Dat is aan de ene kant natuurlijk prettig, omdat het harde werken en de ellende wél iets opgeleverd heeft. Aan de andere kant is het ook gevaarlijk, omdat ik de grens tussen “nog even doorzetten” en “volslagen onverantwoord” (waar ik hier al eens over schreef) feitelijk 10 maanden lang keihard overschreden heb, met gezondheidsschade, karakterversikkeneuring en ernstige Levensvreugdderving tot gevolg.
De gezondheidsschade is voor zover we nu kunnen zien verholpen en ik hoop dat zowel de karakterversikkeneuring als de Levensvreugdderving door 2 maanden relatieve rust vanzelf bijtrekken, maar u begrijpt dat ik me niet nog twee jaar op deze manier door mijn studie heen kan blijven rammen zonder dat dat een keer definitief fout gaat.
Ik ga de komende weken dan ook hard nadenken over óf het wel verstandig is met deze studie door te gaan en zo ja, hoe ik het dan op een andere manier kan doen. Nu is het wel zo dat volgend studiejaar ik minder vakken tegelijkertijd volg en ik denk (lees: hoop vanuit mijn tenen) dat dat voor mij gaat schelen: de eekhoorns hebben significant minder moeite met Heel Veel Stof van 1 vak verwerken, dan in totaal evenveel stof, maar dan bestaande uit kleinere hoeveelheden van 7 verschillende vakken. Nou ja, eerst het realiseer/besef-moment dat dit studiejaar voorbij is afwachten (de post-uitslag jankbui heb ik al achter de rug gelukkig) en me wijden aan alle dingen die ik van plan was om het momentum er een beetje in te houden en totale inkeeving te voorkomen!
In geheel ander nieuws (lees: om u na deze serieuze semi-simmigheid nog iets leuks te lezen te geven): ik droomde twee dagen geleden dat ik een tattoo had laten zetten op mijn onderarm, die vlak na het zetten al vervaagd was. Terwijl ik die tattoo aan iemand-van-wie-ik-in-mijn-droom-wist-wie-het-was-maar-die-ik-IRL-niet-ken liet zien, verschenen er op mijn handpalm en vingers spontaan diverse andere tattoos, die verkeerd gespeld waren en die ik bovendien helemaal niet wilde! Op het moment dat ik in gillende paniek dreigde te raken, verdwenen die tattoos vanzelf. Toen werd ik wakker en dacht ik: "Dafuq!?"
Dat denk ik nu nog steeds, dus mocht u droomuitlegger, (al dan niet amateur) psycholoog (al dan niet van de koude kat), Freudiaan of eh, gewoon iemand met een leutige uitleg van waar deze droom in PIEPSNAAM over ging zijn, schroom dan niet om uw uitleg in het reactievakje te typen! Ik ben heel benieuwd!
vrijdag 1 juni 2012
Les-Mioux overleden
“’t Is een soort tennisbal met een pingpongbal erop, twee oren en een sliertje, maar dan wollig en pluizig! Hij is zo lief!”: zo omschreef ik Les-Mioux als kitten door de telefoon aan The Big Kahuna. Ondanks dat ik er op dat moment zo mijn twijfels over had, groeide die pluizige tennisbal echt uit tot een kat. Wollig en pluizig (tot de headeraanpassing vorig jaar jarenlang de ondertitel van dit blog) bleef hij echter zijn hele leven. Lief ook trouwens.
Hoewel hij misschien geen allemansvriend (lees: liefdevolle, maar toch invasieve dominante sticker) was zoals Rood, zat je als Les-Mioux je aardig vond voorgoed gebeiteld. En moest je hem vervolgens af en toe ongeveer van je toetsenbord/krant/boek/schoot af beitelen om nog iets gedaan te krijgen, maar dat nam ik voor lief. Zijn “hey-je-bent-er-weer-oh-nee-ik-ben-boos-op-je-want-je-bent-zonder-mij-op-vakantie-gegaan-en-nu-negeer-ik-jou”-acties waren legendarisch. En duurden, afhankelijk van hoe lang ik weggeweest was, van een paar uur tot een paar dagen. Nee, omkoperij met hapjes werkte niet. Dit was een Kat Met Principes.
Het merendeel van zijn leven woonde hij bij mij in Amsterdam, maar na het overlijden van zijn BFF Rood verhuisde hij eerst naar Kattenfluisteraar T. en vervolgens naar The Big Kahuna. Het wat pijnlijke hoe en waarom van deze verhuizingen heb ik in deze post beschreven.
Een aantal van zijn wat malle gedragingen (balletjes apporteren, anyone?) weet ik aan het huis waarin hij zijn vroege jeugd doorbracht: zowel de kat als de hond des huizes hadden op dat moment een nestje en de boel krioelde gezellig door elkaar. De kraambedden stonden in de badkamer, wat in mijn psychologie van de koude kat zijn obsessie met badkamers en (drinken uit) toiletten verklaarde.
Het feit dat hij Klinefelter was, leidde bij de jaarlijkse bezoekjes aan de dierenarts tot grote belangstelling van assistenten en stagiaires, want het komt relatief weinig voor en is vaak ook niet goed te herkennen bij katten. Bij Les-Mioux was het duidelijk omdat hij behalve zijn grijstonen ook rode stukken vacht had, wat hem technisch gezien een lapjeskater maakte.
Behalve een operatie door een heuse kattenchirurg na ernstig verkeersongeluk in 1998 (waarbij 1/3 van het midden van zijn darm verwijderd werd en de twee delen daarna weer netjes aan elkaar genaaid werden!) was hij altijd in uitstekende gezondheid. Ik schrok dan ook behoorlijk toen ik vorig jaar een flinke bult op zijn borst ontdekte. Hoewel die bult radicaal verwijderd werd, hield ik er rekening mee dat dit het begin van het einde kon zijn. Laten we het erop houden dat werken in een ziekenhuis waar 75% van je patiënten kanker heeft je een realistisch beeld geeft van prognoses en het ziekteverloop.
Een paar maanden lang ging het uitstekend met Les-Mioux: hij kwam weer op gewicht, zag er goed uit en was actief. Met Oud & Nieuw kwamen hij en The Big Kahuna zelfs bij mij logeren om aan het vuurwerkgeweld in Daar-Waar-TBK-Woont te ontkomen.
De laatste paar weken echter werd hij langzaam maar zeker steeds slomer en had hij moeite met eten. Ook had hij er duidelijk geen zin meer in. Ondanks stille hoop dat het “aan de hitte” of “aan het voer” lag, wisten The Big Kahuna en ik hoe laat het was. Een bezoek aan de dierenarts vanochtend bevestigde ons vermoeden: Les-Mioux woog nog slechts 3,4 kilo, was uitgedroogd en had een grote tumor in zijn buik. Behandeling zou zijn leven een paar weken rekken, we hebben besloten dat niet te doen. De Roze Spuit deed haar werk snel en effectief. Les-Mioux is rond 11.00 vanochtend rustig overleden op 16 ½ jarige leeftijd.
Hoewel hij misschien geen allemansvriend (lees: liefdevolle, maar toch invasieve dominante sticker) was zoals Rood, zat je als Les-Mioux je aardig vond voorgoed gebeiteld. En moest je hem vervolgens af en toe ongeveer van je toetsenbord/krant/boek/schoot af beitelen om nog iets gedaan te krijgen, maar dat nam ik voor lief. Zijn “hey-je-bent-er-weer-oh-nee-ik-ben-boos-op-je-want-je-bent-zonder-mij-op-vakantie-gegaan-en-nu-negeer-ik-jou”-acties waren legendarisch. En duurden, afhankelijk van hoe lang ik weggeweest was, van een paar uur tot een paar dagen. Nee, omkoperij met hapjes werkte niet. Dit was een Kat Met Principes.
Het merendeel van zijn leven woonde hij bij mij in Amsterdam, maar na het overlijden van zijn BFF Rood verhuisde hij eerst naar Kattenfluisteraar T. en vervolgens naar The Big Kahuna. Het wat pijnlijke hoe en waarom van deze verhuizingen heb ik in deze post beschreven.
Een aantal van zijn wat malle gedragingen (balletjes apporteren, anyone?) weet ik aan het huis waarin hij zijn vroege jeugd doorbracht: zowel de kat als de hond des huizes hadden op dat moment een nestje en de boel krioelde gezellig door elkaar. De kraambedden stonden in de badkamer, wat in mijn psychologie van de koude kat zijn obsessie met badkamers en (drinken uit) toiletten verklaarde.
Het feit dat hij Klinefelter was, leidde bij de jaarlijkse bezoekjes aan de dierenarts tot grote belangstelling van assistenten en stagiaires, want het komt relatief weinig voor en is vaak ook niet goed te herkennen bij katten. Bij Les-Mioux was het duidelijk omdat hij behalve zijn grijstonen ook rode stukken vacht had, wat hem technisch gezien een lapjeskater maakte.
Behalve een operatie door een heuse kattenchirurg na ernstig verkeersongeluk in 1998 (waarbij 1/3 van het midden van zijn darm verwijderd werd en de twee delen daarna weer netjes aan elkaar genaaid werden!) was hij altijd in uitstekende gezondheid. Ik schrok dan ook behoorlijk toen ik vorig jaar een flinke bult op zijn borst ontdekte. Hoewel die bult radicaal verwijderd werd, hield ik er rekening mee dat dit het begin van het einde kon zijn. Laten we het erop houden dat werken in een ziekenhuis waar 75% van je patiënten kanker heeft je een realistisch beeld geeft van prognoses en het ziekteverloop.
Een paar maanden lang ging het uitstekend met Les-Mioux: hij kwam weer op gewicht, zag er goed uit en was actief. Met Oud & Nieuw kwamen hij en The Big Kahuna zelfs bij mij logeren om aan het vuurwerkgeweld in Daar-Waar-TBK-Woont te ontkomen.
De laatste paar weken echter werd hij langzaam maar zeker steeds slomer en had hij moeite met eten. Ook had hij er duidelijk geen zin meer in. Ondanks stille hoop dat het “aan de hitte” of “aan het voer” lag, wisten The Big Kahuna en ik hoe laat het was. Een bezoek aan de dierenarts vanochtend bevestigde ons vermoeden: Les-Mioux woog nog slechts 3,4 kilo, was uitgedroogd en had een grote tumor in zijn buik. Behandeling zou zijn leven een paar weken rekken, we hebben besloten dat niet te doen. De Roze Spuit deed haar werk snel en effectief. Les-Mioux is rond 11.00 vanochtend rustig overleden op 16 ½ jarige leeftijd.
Les-Mioux op 31 mei 2012.