donderdag 29 oktober 2015

Salade Geitenkaas, the sequel

Ondertussen zijn we een aantal jaar verder en ben ik er wel aan gewend. Ook heb ik sinds die tijd zowaar enkele keren een góede glutenvrije pizza gegeten, recentelijk nog in Londen.


Jawel, deze pizza is 100% glutenvrij!

Het feit dat ik behalve glutenvrij ook vegetariër ben, maakt het zowel makkelijker als lastiger. Makkelijker, omdat ik toch al gewend was om altijd alle etiketten te lezen, want u wilt niet weten in welke producten stiekem tóch vlees zit: waarom ze die dingen stug “kaasbroodje” blijven noemen terwijl er een lap ham in zit, verbaast me al jaren. Met gluten is het niet heel anders: behalve in producten waarvan je het verwacht, zoals brood, deegwaren, veel soepen, pasta en dergelijke, heb ik ook gluten gevonden in paprika chips (waarom?), frisdrank (WAAROM?) en zelfs in thee (WAAAAAROOOOOM?!).

Het grote nadeel van zowel vegetariër zijn als glutenvrij, is dat je eigenlijk nauwelijks meer fatsoenlijk buitenshuis kunt eten in Broodland Nederland. “Even snel een broodje” zit er niet meer in. Niet dat ik hier in Amsterdam überhaupt vaak uit eten ging, want de Amsterdamse horeca is sowieso vaker “net niet” voor veel te veel geld, geserveerd door mensen die liever met hun IPhone bezig zijn. Ik ben echt geen food snob, maar ik vind het zo’n geldverspilling om 3x zoveel te betalen voor iets wat ik zelf lekkerder klaarmaak. En personeel hoeft echt niet te knipscharen, maar gasten begroeten als ze binnenkomen, is toch wel het minimum. Maar dit, alweer, terzijde.

Het is opvallend om te zien dat, ondanks dat het blijkbaar “een trend” is om glutenvrij te eten, het bijna onmogelijk is om in een restaurant glutenvrij te eten en dat ook het personeel vaak nauwelijks tot geen benul heeft wat “glutenvrij” nou eigenlijk inhoudt. Vaak is er helemaal niets zonder gluten te krijgen, en als er dan al iets zonder gluten op het menu staat, dan bevat het 99% van de tijd vlees. En die ene procent dan? Dat, dames en heren, is de Salade Geitenkaas.


Ceci n'est pas une salade au fromage de chèvres

De vegetariërs onder u kennen hem wel, dat is het gerecht dat u in restaurants kiest als u geen zin heeft in de Vegetarische Groententaart. Vaak is die Salade Geitenkaas niet eens echt vegetarisch, want dierlijk stremsel-bevattend, net als de meeste kaas die in Nederland verkocht wordt, maar ik moet wat.

Ook vraagt men regelmatig, nadat ik gezegd heb dat ik glutenvrij ben en het bijbehorende brood niet wil, of ik “er croutons op wil”, waarna ik moet uitleggen dat “croutons = droog brood = gluten”. Overigens wordt de afwezigheid van dat brood nooit gecompenseerd, waardoor er soms slechts een half gerecht overblijft. Daarnaast wordt het afwezige brood ook nooit in mindering gebracht, en ik ben dan weer niet geïntegreerd genoeg om daarover te gaan zeuren. Ook omdat ik het gevoel heb met mijn glutenvrije vegetarisme al lastig genoeg te zijn en niet wil dat ze in mijn min of meer vegetarische, hopelijk toch niet stiekem croutons of zaadjesmix-met-gluten bevattende, Salade Geitenkaas spugen.

Het is allemaal nogal nodeloos moeizaam en zorgt ervoor dat ik er liever niet meer aan begin en wel thuis eet. En toch zou dit niet zo moeizaam moeten zijn, want hoe lastig is het om iets van gegrilde groenten op de kaart te zetten? Rijst erbij, of aardappels, al dan niet zoet, ik verzin maar wat. Pompoensoep of champignonsoep, standaard gebonden met glutenvrij meel, kan iedereen het eten. Gebakken champignons met knoflook, ook jum. Falafel, waar u dan géén tarwebevattend meel in keilt, want waarom zou u? Doen ze in het Midden Oosten ook niet.

Gewoon eens iets anders dan die fucking Salade Geitenkaas, want hoewel ik absoluut een graseter ben en ook van geitenkaas houd, komt die me ondertussen wel de neus uit. Herintroduceer voor mijn part de goeie oude gevulde paprika met rijst of met champignons en tomaat, u weet wel, dat semi-inspiratieloze gerecht uit het vegetarische repertoire van luie restaurants. Kan ik ook weer eens met mensen buitenshuis afspreken.

woensdag 28 oktober 2015

Salade Geitenkaas

Op mijn 3e werd ik vegetariër: ik zag namelijk eerst hoe mijn oma een kip slachtte en vervolgens dat die kip, poten en al, die avond in de soep zat. Toen was ik er wel klaar mee. Mijn ouders gingen hier, ondanks protest van ongeveer de hele wereld want “ongezond” en “vlees nodig” en “risico op dwerggroei”, gelukkig in mee. Nu waren ze qua aantijgingen al wel wat gewend: dit waren de diepe, donkere jaren ’70, waarin bijkans de kinderbescherming gebeld werd als je je kind tweetalig durfde op te voeden, en op mijn 3e sprak ik er al 3. Maar dit terzijde.

Jarenlang, zo van mijn 3e tot mijn 35e, was ik thuis een tevreden vegetariër en ook uit eten gaan werd langzaam maar zeker beter te doen. Met name de Italiaanse keuken bracht een uitkomst, en werd mijn favoriete voedsel. Af en toe riep er weer eens iemand: “Oooh, ik weet NIET hoe je het doet! IK zou het niet kunnen!” en dan zei ik: “Het is geen opgave hoor, het is een bewuste keus. Glutenvrij moeten zijn, DAT is een opgave!”, en nam weer een stuk pizza.

Sowieso vind ik het altijd een beetje vreemd dat mensen commentaar hebben op mijn vegetarisme, ik bedoel, ik roep toch ook niet elke keer dat ik een vleeseter spreek: “Oooh, ik weet NIET hoe je het doet! IK zou het niet kunnen!”, terwijl dat éigenlijk wel waar is. Overigens, mocht u zich het afvragen, Clark krijgt gewoon vlees. Katten gaan namelijk dood als ze geen vlees eten, iets met zelf geen taurine kunnen aanmaken als ik me niet vergis. De eerste persoon die nu het onzalige idee krijgt om zijn/haar/anders: [vul in] kat dan maar op groenten + Red Bull te zetten, krijgt van mij een knoertharde pats voor de bakkes. Ik weet waar uw IP-adres woont.




Op mijn bijna 36e echter werd mijn fijne vegetarische leven ruw verstoord. Na veel medisch gedoe waarvan ik u de details bespaar, bleek dat ik er niet onderuit kwam: ik moest voortaan glutenvrij gaan eten. Het enige wat ik hoorde was:

NOOIT MEER PIZZA

Ik ben toen even op de grond gaan liggen om een flink potje te huilen. Het was sowieso al niet zo’n denderende tijd in mijn leven (understatement) en dit was gewoon even, zoals we dat op z’n Amsterdams zeggen, toe mutsj. In het begin at ik dan ook nog wel eens af en toe een gluut, maar al snel realiseerde ik me dat zelfs glutenvolle pizza niet opwoog tegen de heftige fysieke narigheid achteraf.

Deel 2 volgt morgen!

zaterdag 24 oktober 2015

De Studie (het wat, het hoe en het waarom)

Normaal gesproken beperk ik inhoudelijke verhandelingen over De Studie tot mijn Engelse blog, maar ik bedacht dat het Voor De Volledigheid misschien wel een plan was om het allemaal in detail hier op LogPoes uiteen te zetten, zodat misschien wat duidelijker wordt waarom ik eerder deze week nog aan deze ellende refereerde als “de hel” en al 4 jaar bijna chronisch aan stoppen denk – wat ik overigens niet ga doen. Pak er vooral een kopje thee en wat (al dan niet glutenvrije) koekjes bij, het is nogal een lap geworden.

Laten we bij het begin beginnen: nadat ik mijn Baan Met Het Raam in het ziekenhuis was kwijtgeraakt, moest ik iets nieuws bedenken. Neurotisch als ik ben, ben ik volledig ongeschikt om op een poli te werken. Daarnaast is het met mijn beroerde immuunsysteem sowieso niet zo’n denderend idee om nog in een ziekenhuis te werken, dus ook werken op een afdeling viel af. Alsnog dokter worden zat er dus ook niet meer in: ik moest iets geheel nieuws bedenken.

Nu moet ik eerlijk toegeven dat slechts weinig me daadwerkelijk interesseert. Katten, klassiek ballet en boekjes maken/volschrijven, dat is het wel zo’n beetje. Voor katten ben ik allergisch, voor klassiek ballet te bejaard, dus dan blijft dat volkladderen van die boekjes zo’n beetje over, en als je dat voor geld wil doen moet je geen zines schrijven, maar een Bachelor van ’t een of ander halen, want dat is in de praktijk het nieuwe middelbare schooldiploma.

Frans studeren mocht niet van The Big Kahuna omdat, en dit is een letterlijke quote: “Ik me dan verplicht voel om je huiswerk te maken”, dus besloot ik voor de default keus Engels te gaan, want 1) dat kon ik al en 2) daar had ik, mocht die verhuizing naar Californië ooit op magische wijze tot stand komen, meer aan dan aan een studie Nederlands. Die, leerde ik later, ook voor 3/4 in het Engels onderwezen wordt, maar dit, zoals altijd, terzijde. Kijkend naar het studieprogramma van Engels dacht ik “Nou vooruit, daar moet wel doorheen te komen zijn” en daar ging ik dan.

Als ik geweten had wat ik nu weet, dan was ik er nooit aan begonnen. Niet dat ik overigens enig idee heb wat ik dan wél gedaan had, maar dit in ieder geval niet. Niet deze studie, niet aan deze universiteit. Want mensenkinderen, wat loop ik al bijna 4 ½ jaar mijn leven(svreugd) te verspillen daar.


Michel Foucault denkt er ook het zijne van.

Waarom ik zo ontevreden ben? Omdat ik eigenlijk niets leer wat ik niet van Wikipedia had kunnen leren. Klinkt overdreven, is 100% waar. Het enige wat ik geacht word te doen, is in een moordend tempo enorme hoeveelheden gefragmenteerde stukken stof (hier een artikeltje, daar een hoofdstukje) te verwerken en daar absurde hoeveelheden minitestjes, essays en examens over af te leggen. Wat met een gezondheid zo beroerd als de mijne dus niet altijd lukt, met enorme studievertraging en allerlei moeizaamheid tot gevolg, wat de sowieso al beperkte succesbeleving volkomen om zeep helpt. Haal ik eens een 8.6, vervalt die omdat ik door ziekte het eindtentamen mis. Dodelijk frustrerend en ondermijnend. Voor de “Moet je maar niet ziek zijn/moet je dit maar niet willen”-denkers: speciaal voor jullie volgt binnenkort een post op poten.

Daarnaast is er nooit tijd voor enige verdieping, laat staan tijd om iets te laten “marineren”: over het algemeen krijg ik mijn beste ideeën voor een essay drie weken nadat ik dat essay ingeleverd heb. Sowieso, een essayvraag als “Write an essay on the final precepts of the thunder in The Waste Land - Datta, Dayadhvam, Damyata - and how they are offered as a solution to the sterility of the waste[d] land” waar je dan 2000 woorden over moet schrijven met behulp van 4 stuks psychische ondersteuning secundaire bronnen… mijn eerste gedachte is dan toch altijd “er is een fucking vluchtelingencrisis aan de gang, er gaan dagelijks mensen dood door oorlogen, armoede en nare ziektes en ik houd me bezig met dit soort nonsens”. Waarna ik toch maar een poging doe om te begrijpen wat de vraag nou eigenlijk is.

Ook het feit dat ik ouder ben, een ander referentiekader heb qua (pop)cultuur en niet goed in staat ben tot dat neopostmoderne MacGuyver-denken dat tegenwoordig trend is, waarbij dingen met elkaar vergeleken en op manieren verbonden worden waarvan ik denk “Que?”, is een hindernis. Nee, ik heb geen voorbeeld, dit soort verhandelingen zijn mij té vergezocht om ook maar te kunnen onthouden, laat staan reproduceren. Het feit dat ik daar bovendien geen #@$% zin in heb omdat ik het nutteloos pretentieus genuil vind (moet je horen wie het zegt – red.), zal ook niet helpen. Gelukkig ben ik sowieso voorgoed van het schrijven van literatuuressays af, dus dat is een zorg/frustratie minder.

Voor wie zich afvraagt hoe het gaat met het goede oude Bildungsideaal: dat is compleet losgelaten. Ik vind dan ook niet dat ik er qua persoon(lijke ontwikkeling) op vooruitgegaan ben. En het is dat ik ouder ben en al wel eens een baan gehad heb, want je leert werkelijk NIETS wat van toepassing zou kunnen zijn op willekeurig welk werkveld dan ook, zelfs ekkudiemiejah niet. Waar overigens nog minder dan 1% terecht gaat komen, want promotieplekken hebben ze ook niet. Niet dat dat voor mij uitmaakt, want zoals hierboven al duidelijk is geworden ben ik niet alleen volkomen ongeschikt voor ekkudiemiejah in al haar facetten, ook was ik als ik 60 uur per week wilde werken voor 2200 euro bruto wel medisch secretaresse gebleven.

Is alles dan kut? Nee hoor, de docenten zijn lieve mensen die ¾ overspannen (oh nee, burnT out heet dat tegenwoordig) binnen een compleet fucked up systeem hun best doen om zo goed mogelijk onderwijs te leveren. Ook mijn medestudenten zijn, hier en daar een hufter uitgezonderd, lieve mensen. En natuurlijk komt er af en toe wel eens een (onderdeel van een) vak voorbij waarvan ik denk: “Hey, dit is leutig”. Maar het is niet voldoende om te compenseren voor die continue lawine aan materiaal die ik moet verwerken, de belachelijke hoeveelheid toetsjes, het gemicromanage en de outdated, compleet onsamenhangede en vaak flink overlappende inhoud van het studieprogramma.

Ik bedoel: wat is het nut van het (aan)leren van phonology, als het vervolgens never nooit nergens meer in geen enkel ander vak terugkomt? En hoe dol ik ook ben op Coltruidude hierboven, ik weet echt heel erg zeker dat er sinds 1984 echt wel iemand anders op aarde is geweest die ooit ergens iets nuttigs over gezegd heeft. Hoewel ik dan wel met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid kan stellen dat dat geen voormalig student Engelse Taal en Cultuur aan de UvA is geweest, want zoals ik laatst tegen mijn grote steun en toeverlaat de studieadviseur zei: “Ik zit chronisch ZO stampvol informatie dat ik al zo’n 4 jaar geen enkele originele gedachte meer heb gehad” en ik weiger te geloven dat ik de enige ben.

Nog 12 weken.

woensdag 21 oktober 2015

Psychisch

Aangezien ik momenteel half (zeg maar gerust driekwart) in een zenuwinzinking zit omdat het tentamenweek is en dat natuurlijk weer eens niet gaat zoals het zou moeten en ik voor de zoveelste keer bloedserieus overweeg om voor eens en altijd met deze hel te kappen, een leutig gesprekje van vorig semester, toen ik een essay bij elkaar aan het verzinnen was met TBK mijn opzetje voor een essay doorsprak:


LogPoes: "Bla, bla, bla, bladerdiebla, bla en dan nog wat bla,"
TBK: "Dan ben je wel rond, toch?"
LP: "Ja, ik heb wel een punt, maar ik heb nog psychische ondersteuning nodig, of hoe heet dat?"
TBK: "Secundaire literatuur bedoel je."
LP: "Ja, dat."

woensdag 14 oktober 2015

Korting

Wie mij een beetje kent, weet dat er weinig dingen in de wereld zijn waar ik zó De Levensvreugd krijg als van korting. Echt, u weet niet hoeveel geld ik in mijn leven heb uitgegeven om korting te krijgen. Het woord alleen al geeft me een warm gevoel van binnen, alsof ik net warme sojachoco heb gedronken. Het woord “actie” heeft dat voor mij toch minder: ik denk daarbij toch altijd dat er initiatief van me verwacht wordt en zoals u weet ben ik een beetje een Lui Huisdier: als het niet hoeft, doe ik graag zo min mogelijk. Ik moet op dagelijkse basis namelijk al meer dan genoeg.

Maar goed: korting! Helaas is “extreme couponing”, waarbij je korting op korting stapelt en soms zelfs geld toe(!) krijgt om iets mee te nemen, zoals in (bepaalde delen van) de USA bestaat, hier niet mogelijk, want anders zou ik acuut kappen met eh, alles en alleen nog maar extreme gaan couponen, voor mezelf en in opdracht. *ziet het helemaal zitten*


Twee weken geleden was mijn favoriete kortings-event: de National Glamour Day. Voor wie niet weet wat het is: twee keer per jaar, in oktober en in maart, krijg je 20% korting bij diverse IRL en online winkels op vertoon van een Glamour. Als ex(?)-tijdschriftenjunk vind ik het feit dat ik een (min of meer) legitieme reden heb om een tijdschrift te kopen uiteraard een pre.

Ik neem die shopdag overigens uiterst serieus: lang van tevoren maak ik een lijst van dingen die ik graag zou willen aanschaffen en een paar dagen voor De Dag kijk ik of ik er inderdaad korting op kan krijgen. Die dingen gaan op de lijst, waarna ik een heuse looproute vaststel van winkel naar winkel, want ik ben graag efficiënt. Het zorgt er ook voor dat ik niet de neiging krijg om dingen aan te schaffen die niet op de lijst staan, hoewel deze keer de Hier Parijs Extra Groot roet in het eten gooide door ook 20% korting aan te bieden. Het parfum dat ik kocht stond echter op de “artikelen te kopen – wachten op korting”-lijst, dus yay.

Na deze lucky streak overwoog ik, volledig in een korting-high, dan toch ook nog maar even bij Pandora langs te lopen voor een ketting met een sneeuwvlok – nog meer korting! Toen ik weer een paar minuten (semi-)frisse lucht tot me genomen had, bedacht ik dat ik dan wel een special snowflake ben, maar dat dit zelfs voor mijn doen te mal was.

Ik koop hem in maart wel. Met korting.

woensdag 7 oktober 2015

De man met de snor (Clark updatepost)

Zoals vorige week beloofd, vandaag een Clark updatepost. Ik kies ervoor om niet te vaak over Clark te schrijven omdat dit natuurlijk geen poezenblog is. Bovendien komt hij regelmatig in al zijn knuffeligheid voorbij op mijn Instagram. De laatste update was echter alweer een poosje geleden en er is nieuws, zowel goed als slecht.
 

Het goede nieuws is dat hij nog steeds knuffelig is en het over het algemeen wel goed doet, zeker gezien zij leeftijd, zijn chronische niesziekte en alle ellende die hij al meegemaakt heeft.

Het slechte nieuws is helaas heel slecht: op de plek waar eerst een malle bult en vervolgens een tumor verwijderd is, groeit nu weer nieuw “weefsel”. Wat in dit geval een eufemistische term is voor kanker. Er is niets meer aan te doen: deze bult zit vast aan zijn ribben en kan niet verwijderd worden. 

Daarnaast is Clark geschat bijna 17 maar waarschijnlijk ouder, heeft hij chronische niesziekte, mist hij een oog, loopt hij niet geheel soepel meer door onder-pijnstiller-pijnvrije-artrose en heeft hij al twee keer een grote bultverwijderingsoperatie ondergaan. Zoals ik tegen de dierenarts zei: “Oh, en hij heeft ook een staartbreuk —maar die had hij al”, waarop we beiden moesten lachen, want ’t is nogal hartverscheurend allemaal.

Clark zelf heeft van dit alles geen weet en Clark-t gewoon door: zelfs met zijn hiep hiep hoera poten (ze staan werkelijk alle kanten uit) springt hij gewoon op bed. Waar hij eigenlijk niet mag komen, maar fukitol. Hoe het verder gaat lopen en hoe lang hij nog leeft, is onbekend. Zo lang als hij er nog leut in heeft, heeft hij er nog leut in en op het moment dat dat niet meer zo is, krijgt hij een Roze Spuit.

Dat ik dit hier zo sec en praktisch opschrijf wil overigens niet zeggen dat ik er niet diep verdrietig over ben. Aan de ene kant wil ik dat de tijd zo snel mogelijk gaat, zodat ik eindelijk afgestudeerd ben en verder kan met mijn leven. Aan de andere kant wil ik dat de tijd zo langzaam mogelijk gaat, omdat elke dag die voorbij gaat, een dag dichter bij de dood van Clark is. Zoals u zich kunt voorstellen, voelt het nogal dubbel. Zo goed en zo kwaad als het gaat, probeer ik me te focussen op het feit dat hij er nu nog wél is, en met hopen dat hij het nog een poosje volhoudt. *kruist alle in dit huis aanwezige pootjes*

vrijdag 2 oktober 2015

Het langverwachte middelgrote Londenverslag mét 92 foto's!


Op woensdagochtend 9 september namen The Big Kahuna en ik een vliegtuig op Schiphol dat ons vlotjes en met een landing van 4,5 op de Schaal van Stort (1 is vederlicht, 10 is niet meer na te vertellen) op Heathrow deed belanden. Na een wat moeizame zoektocht naar de bus, een fijne busreis en een wederom wat moeizame zoektocht naar de Travelodge kwamen we uiteindelijk ruim op tijd terecht in said Travelodge.

“Ruim op tijd waarvoor?” hoor ik u denken. Ruim op tijd voor de open avond van de lokale universiteit aldaar, waar ik een afspraak had om opties voor een eventuele toekomstige master te bespreken. Uit de minstens 3 slagen om de arm die de vorige zin bevat, mag duidelijk zijn dat het allemaal heel erg misschien is.

Na de zeer informatieve avond liepen TBK en ik een paar straten verder naar de Riverside Vegetaria, waar ik gereserveerd had. Dit omdat het én TBK’s verjaardag was die avond én ik zowel vegetariër ben als glutenintolerant en je zonder uitzoekerij vooraf en/of een reservering ergens het grote risico loopt om nul komma nul nada nâks te kunnen eten nergens. Waardoor je aangewezen bent op die 3 gortdroge glutenvrije crackers uit je Noodrantsoen en da’s eh, stom. Wat zeker niet stom was, was de Riverside Vegetaria. Ik had zowaar keus! Mocht u in de buurt zijn/in de gelegenheid zijn een stukje om te rijden: aanrader.

De volgende dag hadden we nog wat tijd voordat een heuse trein ons naar Londen centrum zou brengen, dus we besloten een wandeling door het centrum van Kingston Upon Thames (want daar bevonden wij ons) te maken. Veel van wat wij daar zagen, heb ik vastgelegd dus dat ziet u zo meteen in de fotoserie voorbijkomen.

Na een comfortabele treinrit, een stukje metro en een loop die nu ik wist waar ik moest zijn plots een loopje bleek, kwamen we aan in hetzelfde fancy hotel bij Kensington Gardens waar ik vorig jaar al geweest was. Dit in het kader van “if it ain’t broken, don’t try to fix it” en natuurlijk ook wel een beetje vanwege “omhooggepleurd”.

Na onze spullen in de kast gemikt (ik)/gelegd (TBK) te hebben, liepen we naar Kensington Gardens, waar ik (oh, voorspelbaar!) 93,5% van de dierenpopulatie op de foto zette. Vrees niet, in de fotoserie ziet u hier nog nauwelijks iets van terug. Hoewel...

Uiteraard werd ook de Whole Foods bezocht en na een fikse omweg via “die weg over de Serpentine” kwamen we aan bij Ask Italian. Waar ik een fenomenaal lekkere glutenvrije pizza at. Waarom dat in Amsterdam toch nog steeds zo moeizaam is, is me een raadsel.

Overigens vond in dit restaurant het meest ultieme voorbeeld van mijn omhooggepleurdheid plaats: ik ging redelijk onoplettend zitten op een stoel en herkende toen MET MIJN ASS spontaan welke stoel het was. En nee, het was geen IKEA stoel, het was deze:

Zoals ik zei: omhooggepleurd.

Ondanks werkelijk EPISCHE zere voeten (en kuiten, en alles eigenlijk wel) gingen we de volgende dag, het was ondertussen vrijdag, richting Oxford Street. Hoewel ik in Kingston al een paar dingen van mijn lijst had kunnen strepen (Superdrug FTW!), wilde ik nog even langs Boots, Lush, Liberty en Floris. Bij Boots liet ik een cosmeticatester uit mijn handen vallen, waardoor mijn handen ónder de zwarte oogschaduw kwamen te zitten, maar ik vond wel de palette die ik wilde en scoorde die met korting (over mijn diepe liefde voor korting volgt zeer binnenkort een post).

Bij Lush kreeg ik die oogschaduw er gelukkig weer afgewassen. Ondanks een uiterst leuke verkoopster bleven we er maar kort: de stereo stond op level Terror en dat vind ik niet snel. Toen was het tijd voor een spud bij de Spud-U-like, waarna we met frisse moed en enthousiasme naar Liberty togen, waar ik zowaar een Rick Owens jasje aanraakte en géén 120 extra ponden uitgaf om een goodiebag te krijgen, hoewel dat laatste me heel veel moeite kostte.

Floris was maar een klein stukje verderop, maar oh-die-voeten. Bij Floris kocht ik een geheel nieuw (nou ja, voor mij dan) parfum waarvan ik hoop dat ik die, in tegenstelling tot mijn vorige (gelukkig bijna lege) Floris parfum, NIET op de granieten vloer van mijn badkamer kapot laat vallen.

Omdat mijn voorliefde voor sjeune dingen zich niet tot koopbare-al-dan-niet-oppervlakkigheden beperkt, togen we naar The National Gallery, waar we alles bekeken wat er te bekijken was. Omdat The National Portrait Gallery letterlijk om de hoek zit, pakten we die ook nog even mee.

Daarna strompelden we door mij veel te toeristisch gebied (SOHO) naar Bibimbap voor bibimbap. Er stond een middellange rij, maar aangezien wij op dat moment alles prima vonden, als er maar niet gelopen hoefde te worden, bleven we staan en waren we na zo’n 20 minuten al aan de beurt. Ook wat betreft bibimbap mag Amsterdam wel eens with the program getten, want in Tilburg schijn je het wel te kunnen eten. Ik bedoel maar.

De zater- en tevens laatste dag sleepten we ons eerst naar Whole Foods voor een hapje, dat we in Kensington Gardens opaten. Hier sloegen we een clubje Nederlandse dames gade, die blijkbaar nog nooit IRL een eekhoorn meegemaakt hadden: de ene mevrouw hield de eekhoorn haar broodje voor, “Misschien neemt hij wel een hapje!”. Iedereen die wél eens een eekhoorn IRL heeft meegemaakt, kan voorspellen wat er toen gebeurde: de eekhoorn griste met fikse kracht het broodje uit haar hand en ging in de dichtstbijzijnde boom proberen uit te vogelen hoe hij dat veel te grote broodje op kon eten, terwijl een aantal kraaien al in de aanslag zaten om dat broodje van hem te jatten. Wat ze uiteindelijk ook gelukt is. #eekhoornzonderbroodje

Na al dit avontuur kropen we zo ongeveer naar het Victoria and Albert Museum, waar we wat van de algemene collectie bekeken, waar mijn tattoo herkend én sjeun bevonden werd door een medewerkster (yay!) en waar we een tentoonstelling over schoenen en pijn bekeken. Dat vonden we wel passend, gezien de staat van de onze.

Toen liepen we op semi-moeizame wijze terug naar ons hotel, waar we onze koffers pakten en naar de metro gingen, die ons na 4 keer overstappen op Heathrow afzette, waarvandaan we met een hop, skip en jump weer in Amsterdam terechtkwamen.

De (uiteraard weer eens hoogst onvolledige) fotoserie die bij dit verhaal hoort, kunt u hier (click!) vinden. Ik heb er ook al dan niet leutige onderschriften bij geschreven, zowel in het Nederlands als in het Engels, zodat u een beetje weet waar u bent in het verhaal. Dan rest mij nog u een fijn weekend toe te wensen en tot woensdag, hier op LogPoes!

Blog Design by Get Polished