zondag 30 mei 2010

Brengende de levensvreugd

Vandaag eens post die níet in de categorie "Dying, dying, dying, dying, dying all the time"* valt! Ook in barrige tijden zijn er diverse dingen die De Levensvreugd brengen, hieronder een fijne, gerandomiseerde, selectie:

- Was er tot voor kort niets wat boven een papieren "to do"-boek ging, sinds Teuxdeux ben ik om: heel simpel, online dus overal bereikbaar waar je internet hebt én, heel belangrijk, het kan niet door katten onder de kast geschoffeld worden

- Of het daadwerkelijk de levensvreugd gaat brengen, weet ik niet, maar het klinkt veelbelovend: Change your mind day, waar je leer hoe (én waarom!) je mediteert, gepresenteerd door Lucia Rijker

- Helaas op dezelfde dag, dus ik ben er nog niet uit wat/hoe ik (dat) ga doen: de boekpresentatie van het nieuwe boek van Pia Jane Bijkerk, de schrijfster van Paris Made By Hand, de geniale gids waardoor ik het bestaan van Papier +, Mélodies Graphiques en diverse andere prachtige Parijse winkeltjes ontdekte

- Stereomood, the emotional internet radio: playlist op basis van emotie!

- Pillow Talk, een kunstproject dat je geliefde op afstand dichterbij brengt via je kussen. Ja, dat ding waar je op ligt!

- En verder: Meneer de Poes die "Be Good Johnny Weir" voor me op een DVD'tje heeft gebakken, compleet met titelscherm en themamuziekje van The Scissor Sisters, het feit dat ik Doctor Who al twee afleveringen lang zonder uitleg snap, het in elkaar plakken van zines (heel rustgevend!), basgitaar spelen, het me verdiepen in de wondere wereld van zeep én Rood & Les-Mioux natuurlijk. En dat laatste echt niet omdat Les me hier héél indringend aan loopt te staren. Echt niet.

*Titel van een nog te schrijven nummer van één van mijn vele, slechts nog in concept bestaande, bands

dinsdag 25 mei 2010

Hoe het verder ging

Ondanks dat ik me de afgelopen dagen mild-brak met episodes van woest ellendig heb gevoeld, kon ik vandaag concluderen dat mijn voeten gelukkig weer herkenbaar zijn als mijn voeten. Overleg met dokter P. leverde een "Oeps!" op en een recept voor een ander (op papier 99% identiek) medicijn in een lage (80 mg) dosering op, waar ik op maandag mee ga beginnen.

Tegen die tijd zou ik weer helemaal 'overtollig vocht'-vrij moeten zijn, zodat eventuele vochtmalaise en/of bloeddrukverhoging die vanaf dat moment optreden, direct te herleiden zijn naar de medicatiewissel. Mocht dat het geval zijn, wat ik niet hoop, maar zoals u kunt begrijpen natuurlijk wel vrees, dan verander ik mijn naam officieel in Goudlokje en gaan we maar weer verder puzzelen.

Maar aangezien ik écht geen zin heb om als Goudlokje de Vries door het leven te gaan, gooi ik een fijne wollige affirmatie het Universum in: "Ik, Poelekie de Vries, houd een perfecte bloeddruk én vochtvrije enkels/handen op een dosering van 80 mg Valsartan!". Als u dan nog wat kaarsen in de hens steekt/met pompoms zwaait/doet wat u de vorige keren deed zodat het goed ging, dan komt het helemaal in orde!

vrijdag 21 mei 2010

Mediceren kun je leren

Gezien het feit dat ik al jaren patiënt én ziekenhuiswerkende ben, had ik beter moeten weten: hoe simpeler de instructie van de arts, hoe groter de soap die erop volgt, dus op het moment dat dokter P. "Halveren!" zei, had ik alvast moeten beginnen met gillend met de handen boven het hoofd zwaaiend heen en weer rennen... Zit u lekker? Komtie:

Ik had al mijn twijfels of ik de medicijnen die ik had, en die u hier op de kiek ziet, wel gesplitst mochten worden: ze hebben geen breuklijn en er zit ook een soort coating omheen. "Nee hoor, geen enkel probleem!" zei apotheek Een, en ook het feit dat ik ze door hun vorm niet in twee exacte delen gesplitst kreeg "zou niet heel veel uit moeten maken". Op dat moment schoot door mijn hoofd dat dat een vreemde opmerking was, want als het werkelijk niet uitmaakt of ik elke dag precies 75 mg of de ene dag 50 mg en de andere dag 100 mg binnenkrijg, waarom worden die pillen dan zo secuur gefabriceerd en de doseringen zo exact voorgeschreven? Maar goed, er stonden 7 wachtenden achter me en ik was al MOE van het gebel/gezeur/gesteggel om tot dit punt te komen, dus ik liet het er maar even bij. Toch vroeg ik Meneer de Poes aan een bevriende farmacologe te vragen of deze pillen inderdaad gesplitst konden worden, want het zat me niet lekker.

Dag 1 op Halve Dosering ging prima, handen & voeten minder koud, bloeddruk in goede range, vermoeidheid minimaal. Op dag 2 echter voelde ik me Herkenbaar Niet Bijster Hoe, keek ik omlaag en zag ik de plots weer ontstane Vochtophopingen Formerly Known As Mijn Voeten (aka Swamp Thing) en ik wist hoe laat het was: dit ging niet goed. Ik opende mijn mailbox en zag een mail van de farmacologe, die bevestigde dat deze pillen absoluut niet gesplitst mogen worden en dat exact doseren zéker wel uitmaakt. Meneer de Poes had ondertussen achterhaald dat ondanks dat noch de bijsluiter, noch het farmaceutisch kompas er melding van maakt, er tóch een 75 mg versie van deze medicijnen bestaat. Poli gecontacteerd, situatie uitgelegd, recept geregeld, recept naar (meer gespecialiseerde) apotheek Twee laten faxen, Meneer de Poes naar apotheek en... "Helaas Meneer, deze pillen bestaan wel in ons locale systeem, maar ze zijn niet bestelbaar bij de groothandel. Morgen bellen we de fabrikant en als die ze niet heeft, dan moeten ze gedraaid worden. U wordt gebeld."

"Nou, dat is dan bijna opgelost!" hoor ik u denken. Fout! Vanochtend werd ik gebeld door diezelfde apotheek: "de fabrikant heeft laten weten dat deze dosering pas vanaf 1 juni leverbaar is in Nederland. We hebben de voorschrijver gebeld, maar die wist verder niet precies hoe en wat en heeft het recept teruggetrokken". Aangezien ik op dat moment spontaan splijtende koppijn kreeg, heeft Meneer de Poes maar even een belrondje gedaan. Wat bleek: het recept was niet uitgeschreven door mijn behandelaar, maar door een "willekeurige" arts. Iets wat normaal gesproken geen enkel probleem is, maar in dit geval niet handig was. Behandelaar gebeld, die was in de veronderstelling, net als apotheek Een én Twee, dat de pillen gesplitst kunnen worden, want er stond nergens dat het niet mocht. Uiteindelijk heeft Meneer de Poes de medisch adviseur van de fabrikant maar gebeld en dat leverde eindelijk duidelijkheid op "NEE! ABSOLUUT NIET SPLITSEN!".

Conclusie: ik ben weer terug op 150 mg per dag, in ieder geval tot 1 juni, dinsdag spreek ik mijn behandelaar en moeten we maar kijken of die verlaging naar 75 mg überhaupt wel een goed idee is. Kortom: wordt vervolgd. *hele, hele diepe zucht*

dinsdag 18 mei 2010

Tussentijds verslagje

Sinds mijn vorige post heb ik onder andere gezinsverpakkingen tijdschriften weggedaan én nog geen nieuwe gekocht, ben ik naar een kort maar krachtig concert van Cold Cave geweest (voor de liefhebbers van Joy Division/Depeche Mode/The Cure/Industrialherrie: checken die handel!) en heb ik een milde obsessie opgevat voor dit nummer (ja, de baslijn):



Oh, en zoals u op mijn flick (nee, ik scheld u niet uit!) al hebt kunnen lezen, begin ik morgen met weer eens een medicatiewisselhalvering. Duimt/bidt/kaarsenbrandt u mee? Alvast superbedankt! *spint wat*

zondag 9 mei 2010

I've got issues

Lieve LogPoeslezers,

Ik heb iets te bekennen: mijn naam is Poelekie de Vries en ik ben tijdschriftverslaafd. Ja, lach er maar even om, dat doe ik ook al jaren. Wat niet wegneemt dat het een serieus probleem is. Zie ook deze foto.

Ik herinner me mijn eerste tijdschrift: het Decembernummer van de Cosmopolitan 1985, thema "Goud". Ik kreeg het van een collega van The Big Kahuna, die vond dat "echt iets voor jou". Nou, dat klopte: ik las voor het eerst over het bestaan van De Witte Tandenwinkel (gouden tandenborstels en champagnetandpasta), gouden kranen (voor slechts 12.500 gulden) en over teddy's. Nee, niet de beren, het ondergoed.

Vanaf dat moment was de katachtige los en, met uitzondering van die losse week hier of daar waarin ik probeerde af te kicken, die is nooit meer "vast" geraakt: gestresst? Tijdschriften kopen! Blij? Tijdschriften kopen! Moe? Tijdschriften kopen! Iets stoers gedaan? Tijdschriften kopen! Narigheid? Tijdschriften kopen! Ziet u een patroon? Ik kijk er bloedserieus naar uit: straks mag ik weer naar de AKO/Bruna/Readshop! Wie riep daar "Compensatiegedrag!"?

Behalve dat alles een goed excuus is om tijdschriften te kopen, vertoon ik ander stereotiep junkengedrag: ik scharrel murmelend door de AKO op zoek naar De Selectie Die Het Helemaal Is en sta letterlijk met rush-gevoelens in de rij voor de kassa. Ik pin een bedrag waarvan ik een heleboel andere dingen had kunnen doen, wat ik uiteraard eerst goedpraat ("Ach, ik had het ook in mijn neus kunnen schuiven!") en vervolgens verdring ("Geen idee hoe duur het was!"). Eenmaal de winkel uit stiefel ik met hartkloppingen over straat, plastic zakje bungelend aan de pols, terwijl het schuldgevoel zachtjes begint te knagen.

Eenmaal thuis haal ik alle prijsstickers er direct af, gooi ik de bonnetjes weg en beweer ik indien gevraagd (door The Big Kahuna) dat ik "dat tijdschrift al lang had/gekregen heb/niet heel duur was" en indien dat niet werkt (lees: meestal), bagatelliseer ik het met de goeie oude (yup, daar issie weer!) "Ik had het ook in mijn neus kunnen schuiven!". Wat uiteraard droglogica is, maar het is verbazingwekkend waar je allemaal mee wegkomt als je het maar stellig roept.

Wat betreft de inhoud van die bladen: als je zo'n 24 jaar grote hoeveelheden tijdschriften verslindt, heb je elk onderwerp al een keer of 20 voorbij zien komen vanuit elke mogelijke (op dat moment trendy zijnde) invalshoek, dus heel interessant is het meestal niet. Waarom ik ze toch blijf kopen? Ik denk om dezelfde reden dat andere mensen toch weer elke dag die peuk opsteken of dat biertje pakken. Verslaving, gewoonte, de hoop dat het je deze keer wél oplevert wat je ervan verwacht, dat soort zaken.

Natuurlijk is het aanschaffen van absurde hoeveelheden tijdschriften een stuk minder schadelijk dan diverse andere zaken waar je aan verslaafd kunt zijn, maar het achterliggende mechanisme is hetzelfde en dat hangt me na 24 jaar toch behoorlijk de strot uit. Tel daarbij de schuldgevoelens op over de bakken doekoe die het me (ge)kost (heeft) en het spuugzat zijn om elk halfjaar wéér 3 kubieke meter tijdschriften richting kringloop te moeten versjouwen, en het is duidelijk dat ik er écht iets aan moet gaan doen. En aangezien erkennen dat je een probleem hebt stap 1 is, herhaal ik het nog een keer: hallo, mijn naam is Poelekie de Vries en ik ben tijdschriftverslaafd.

zaterdag 1 mei 2010

"Gaat feitelijk helemaal nergens over"

Sinds ik een nieuwe foon heb, heb ik in tijden van nachtelijke slapeloosheid wat te doen. Nee, geen ranzige rans kijken, mijn vermaak is veel onschuldiger: ik zwam in mijn dictafoon. "Wat is dáár nou leuk aan?" zult u zich afvragen. Nou, op het moment zelf bitter weinig. De lol komt pas de volgende dag als ik het afluister: ik hoor mezelf in het tempo van een bradyfrene schildpad dingen leuteren die ik me niet kan herinneren ooit gezegd te hebben! Grappig genoeg is het allemaal nog logisch en coherent ook. Het enige wat het mist, is een keiharde conclusie, zoals uit onderstaand gedicteerd blogstukje zal blijken:

[dictafoon aan]
[uiterst traag pratend]

"Het eerste woord dat ik ooit schrijftechnisch zelf uitvogelde was "keuken". Dat had weinig te maken met de betekenis, maar meer met de tekens: 2x k, 2x e en de u is een n maar dan op zijn kop. Of omgekeerd. Sinds die eerste met "keuken" volgeschreven bladzijdes (ook toen al monomaan) heb ik altijd wel geschreven: dagboeken (die ik al dan niet later in de fik gestoken heb), zelf in elkaar geflantste blaadjes, diverse schoolkranten, buurtkranten, meters notitieblokken; tot papieren zakdoekjes aan toe.

[stommel, stommel, schuif]
[zo mogelijk nog trager pratend]

De laatste tijd echter merk ik dat ik hoe langer hoe minder schrijf. Ik weet niet of dat het gevolg is van algehele schrijfmoeheid (is er zoiets als permanent leeggeschreven zijn?) of dat het komt omdat er erg veel in mijn omgaat waar ik niet over kan/wil schrijven, en al helemaal niet hier. Daarbij komt dat ik schrijven niet per se leuk vind: eerder niet, zou ik zeggen.

[gaap]
[wat murmelend]

Ik vind schrijven vaak heel erg vervelend en mensen die zeggen schrijven "zó ontzettend leuk" te vinden, wantrouw ik altijd een beetje. Waarom ik er dan niet gewoon mee ophoud? Die vraag heb ik me sinds bladzijde 3 vol "keuken" ettelijke keren gesteld. Ik herinner me zelfs een periode waarin ik heel dramatisch officieel verkondigde tegen iedereen die het maar wilde horen dat ik Nooit Meer Zou Schrijven: dat schrijfpensioen heeft welgeteld 2 weken geduurd. De behoefte tot het vormen van woorden en zinnen was haast compulsief: ik kreeg letterlijk tintelende vingers. Maar dat zou ook gewoon kunnen betekenen dat ik eigenlijk een Fimble ben. [lig in een deuk om mezelf]

[stellig, voor zover je dat kunt zijn op een toon die verraad dat je half slaapt]

Feit is dat ik blijkbaar op een punt gekomen ben waarop ik liever lees dan schrijf: mijn eigen geneuzel ken ik nou wel en in die zin is niets wat ik op papier zet werkelijk verrassend: ik ken het al, want ik heb het tenslotte zelf gedacht en opgeschreven. Ik zie mijn stokpaarden, stoplappen en uitgekauwde trucjes al van 80 cm afstand...

[gestommel, gevolgd door stilte]

[plots op realiseer/besef-toon] Ik heb echt géén idee waar ik met dit hele stuk heen wil!"

[knisper, kraak]
[dictafoon uit]

En dit, lieve dames en heren, vind ik dus dólkomisch. Om maar met Emilie Autumn te spreken: you're welcome and I'm sorry.

Blog Design by Get Polished