vrijdag 27 november 2015

Beter

En toen was ik weer beter. Nou ja, voor zover ik beter kan zijn, want natuurlijk chronisch ziek, maar de infectie is vertrokken, mijn bloed is prima, mijn longfoto netjes. Ik stond op de stoep van de huisartspraktijk en dacht: “Zo, dit hebben we ook weer overleefd. Hoewel…” en ging even op het trapje zitten.

Want ondanks dat “beter” voel ik me alsof ik eerst door een vrachtwagen overreden ben en vervolgens door 25 paarden overlopen. Mijn door chronisch corticosteroïdegebruik altijd al wat dikke kop heeft momenteel formaat Ninja Turtle: bijwerkinkje van de prednison. Als ik omlaag kijk, kan ik letterlijk mijn voeten niet meer zien omdat ik vol-ko-men geïmpacteerd ben: bijwerkinkje van de antibiotica. Daarnaast heb ik een vaag zeurende pijn in mijn buik die ik nog nooit eerder gehad heb en waarvan ik hoop dat die me snel verlaat, want hoewel je "helicobacter pylori" minstens net zo sappig op z'n Amsterdams kan uitspreken als "mechanische ileus", zit ik op geen van beide te wachten. Nou ja, als ik moet kiezen dan liever de pylori dan de ileus uiteraard, maar ik vind dat ik wel voldoende voor mijn bakkes gehad heb eigenlijk.

Ook hoop ik dat ik volgende week eindelijk weer eens een volledige dag wakker kan zijn, en dat ik niet nog steeds na 10 meter lopen hijg ik als een bronciteus nijlpaard van 85. Voor de mensen die nu met ~tips~ willen komen: nee, ik moet niet “lekker sporten”. Ik moet verhuizen naar een land met een ander klimaat met minder rokers. Of voortaan van begin oktober tot begin januari binnenblijven. Ben ik ook in 1 klap van die feestdagenterreur af.

“Heb je ook nog iets leuks te melden, zeikerd?” Jawel! Ik heb ondanks al deze malaise mijn vak Online Business Writing weten af te ronden. Met z’n allen: “Yay!” *murmelt “Echt, als ik mijn hele studie online kon doen, dan was ik al 3 keer klaar geweest…”* Het “enige” wat mij nog rest is Wetenschapsfilosofie en De Scriptie. Als u collectief de pootjes kruist dat mijn gezondheid nu in een opgaande lijn opgaat, dan zorg ik ervoor dat ik dat paper en die drie tentamens haal. Deal?

woensdag 18 november 2015

Gratis werken

Laatst (ok, het was afgelopen januari) nam ik deel aan een workshop “Hoe schrijf ik een brief en cv”. De laatste keer dat ik een brief en cv schreef was namelijk in 2008. Het was bovendien voor een heel ander soort beroep dan waar ik nu op zal gaan solliciteren, dus een update leek me wel een strak plan. Daarbij kostte de workshop maar liefst een tientje en die deal kon ik niet laten lopen.

Op een gegeven moment kregen we een oefening: een blaadje met daarop een vacature werd uitgedeeld en we kregen de vraag waar we het eerst naar keken. Aangezien niemand geluid produceerde, antwoordde ik: “Wat voor soort baan het is. Of het aansluit op wat ik kan. En hoeveel het betaalt natuurlijk.”

Het meisje van 22 jaar dat naast me zat, keek me VER-BIJS-TERD aan. “Oh nee hoor, ik kijk nooit naar wat het betaalt.” Praktisch als altijd zei ik “Nou, ik vind het wel belangrijk dat ik gepast gecompenseerd word voor mijn tijd en werkzaamheden.” Terwijl ze me aankeek alsof ik net had gezegd dat ik voor minder dan 10.000 dollar per dag mijn bed niet uitkwam (Linda Evangelista forevah!), sprak ze de onsterfelijke woorden: “Oh nee, ik zou het zelfs doen als ik er geen geld voor kreeg. Alles, als ik maar werk heb!”

*record scratch geluid*

Eh, sorry? Laten we mijn vriend Van Dale er maar weer even bij pakken:


Dus tenzij je een roman aan het schrijven bent, is werk toch het verrichten van bezigheden waar je voor betaald wordt. Dingen die je gratis doet, zijn namelijk hobby’s. En zoals u weet doe ik niet aan hobby’s, zeker niet als het om werkzaamheden gaat waar ik gewoon voor betaald zou moeten worden.

Er is tegenwoordig blijkbaar zo’n terreur dat mensen “moeten werken”, koet ku koet, dat het niet uitmaakt wat ze doen, waar ze dat doen, of hoe. Geld? Nee joh, dat is toch niet belangrijk? De huur betalen? Who cares! Werken, dát zul je! Desnoods gratis!

Ik las het ook vaak op het Viva Forum in de dagen dat ik daar wel eens rondhing (ik kom er niet meer, want kan ondertussen niet meer lachen om de stupidité die daar toch vaak uitgekraamd wordt): iemand heeft bijvoorbeeld een kantoorbaan op hbo-niveau, raakt die baan kwijt en krijgt een ww uitkering. De vrouw in kwestie wil zich nu (her)oriënteren op het vervolg van haar carrière en vraagt advies. Nee nee nee nee nee, DAT kan niet! Je moet meteen “alles aanpakken”! Dat je daardoor 40 uur per week verspilt aan een baan die je minder oplevert dan die 70% van je vroegere loon en jezelf daarmee inkomen door de neus boort, doet er niet toe. Werreke, kreng!

Overigens, over de realiteit dat iemand met een hbo-diploma überhaupt niet aangenomen wordt als worstenvuller bij de Stegemanfabriek of als cassière bij de AH mag je het al helemaal niet hebben, want dan voel je je te goed om te werken en “je moet niet denken dat je beter en slimmer bent dan anderen”. Dat u het even weet.

Zoals ik tijdens die workshop zei: het lijkt erop dat we ook hier in Nederland de kant op gaan van de uitgeverswereld in New York, waar je met een zak geld en/of door je ouders onderhouden minstens 3 jaar gratis/voor een schijtkutfooi (waar je je wekelijkse metrokaart nauwelijks van kan betalen, laat staan je stinkhok in Jersey City dat je met 5 mensen deelt) moet werken om ook maar in aanmerking te komen voor een juniorpositie. Dit uiteraard nadat je megamaximasupra cum laude afgestudeerd bent en ook nog een poosje ergens iets van prestigieus cv-bouwend vrijwilligerswerk gedaan hebt, zoals met ex-blindegeleidehonden met staar of iets dergelijks.

Nu denk ik dat het hier in Nederland helemaal niet zo dramatisch is, maar dat beeld wordt wel gecreëerd en in stand gehouden, omdat er voor bedrijven natuurlijk niets zo prettig is als hoogopgeleid personeel dat je niet hoeft te betalen. Die eindejaarsbonussen moeten ergens van betaald worden natuurlijk en elke “stagiair” en “werkervaringsplek” scheelt toch tussen de 1700 en 2200 euro per maand salaris die uitgekeerd moet worden. Plus de rest van de kosten die een werkgever moet maken, want wat de werknemer ontvangt en wat hij kost is uiteraard niet hetzelfde.

Ik vervolgde mijn vurige betoog met: “Ik weiger gratis te werken, want ik heb huur te betalen.” In de zaal zag ik wat mensen instemmend knikken. Het meisje van 22 keek me aan en zei: “Oh, maar ik woon nog bij mijn ouders! Hoewel ik wel graag op mezelf wil.” Gelukkig zei de workshopleidster toen vriendelijk wat ik wat lomper dacht: “Ja, daar zul je dan toch geld voor moeten hebben.” Aan de blik op haar gezicht te zien, kreeg het meisje van 22 toen pas het hardcore realiseer/besef-moment “Hoe het in de wereld werkt”, wel 3 hele maanden voordat ze afstudeerde van haar master. Nog net op tijd, zullen we maar zeggen.

woensdag 11 november 2015

(S)langzaam

Toen ik recentelijk een Leutige Bezoeker begeleidde naar de bushalte voor mijn huis, ontstond het volgende gesprek over mijn grote, irreële angst voor slangen:

Hierboven ziet u helaas wat vaag (een deel van) de enige slang waar ik nooit bang voor ben geweest, namelijk de slang van het Slangenpand uit de Spuistraat, gemaakt door Patries van Elsen in 1990, momenteel te zien in het Amsterdam Museum.

LP: “… er zijn hier ook slangen, die zitten hierachter. Ik heb indertijd zelfs tegen de komst van IJburg gestemd vanwege die ringslang, want ik was doodsbang dat de bouwwerkzaamheden ze deze kant op zouden drijven!”

Leutige Bezoeker: “Hoe hadden ze hier moeten komen dan?”

LP: “Nou gewoon, over de brug!”

Leutige Bezoeker: “Ja, maar hoe dan?”

LP: “Slangzaam!”

Leutge Bezoeker: “Maar snake-r.”

donderdag 5 november 2015

Mal

Geen idee wat er nu plots aan de hand is, maar de layout van mijn vorige blogpost blijft mal doen en ik krijg het niet gefixt. Voor de mensen die mijn via een feedreader volgen: excuses voor de, hopelijk beperkte, spam. :-S

woensdag 4 november 2015

"Dát poessie hebbuh" of "Waarom ik voor een 14-jarige, chronisch zieke kat koos"

Ik kan me goed voorstellen dat er mensen zijn die over de gezondheidsperikelen van Clark lezen en denken: “Wie neemt er dan ook een chronisch zieke kat van 14 jaar oud in huis?” Goede vraag!

Laten we voorop stellen dat toen ik zijn advertentie las, ik niet wist dat hij chronisch ziek was. Dat hoorde ik pas toen ik mezelf dat hele eind naar Osdorp had versleept om hem te ontmoeten, en ik ben niet iemand die dan zegt: “Nou, doe dan maar niet.” Het feit dat ik zelf chronisch ziek ben en ook 5 jaar ervaring had met een diabetische kat (Rood) speelde daar zeker een rol in.

Wel zocht ik specifiek een oudere kat. In tegenstelling tot eh, zo’n beetje iedereen, heb ik namelijk niet zoveel met kittens. Ik heb er ook niets tegen, maar ik vind ze nogal generiek. Laat de oortjes omhoog: kitten. Vouw de oortjes omlaag: puppy. Echt, probeer het maar eens als u toevallig een kitten bij de hand heeft. Dat u dat uiteraard voorzichtig moet doen, spreekt voor zich, toch?

Maar waar was ik? Oh ja, mijn voorkeur voor oudere katten. Ik vind katten die al een ontwikkelde persoonlijkheid hebben het leukst. Daarnaast waren Rood en Les-Mioux hoogbejaard, en het contrast tussen hoogbejaarde katten en een kitten is gewoon te groot. Ook ben ik niet heel opvoederig aangelegd en hoewel het met katten natuurlijk anders is dan met honden, moet er toch wel een beetje bijgestuurd en gevormd worden en daar ben ik niet zo goed in. En bovendien is er het feit dat een kitten makkelijk een oud wrak bejaarde van 21 kan worden, en het nog maar de vraag is of ik zelf nog 21 jaar leef en er is weinig zo sneu als een kat die alleen achterblijft.

Dus een oudere kat zou het worden, jaartje of 10, binnenkat. Eentje van 10 hadden ze niet, wel een 14-jarige Clark die als een match klonk: ouder, rustig en lief. Eigenlijk wat te oud, maar geen reden om hem dan maar een langzitter te laten worden. Dus ik ging op pad en meldde me bij de balie: “Ik kom voor Clark. Als hij er nog is.” Hij was er inderdaad nog, boven in het kattenverblijf, maar hij was wel ziek. Ik twijfelde een halve seconde. En toen zag ik hem.



Ik veranderde spontaan in een kind van 4: dát poessie hebbuh. Gevalletje: “Jeugd niet goed doorgekomen”. Ik wist het zeker, vanuit mijn tenen, nul twijfel: ik wilde hem, en geen ander. Dom? Ja. Maar de meeste kinderen van 4 zijn nou eenmaal niet zo slim.

Dus zo kwam het dat Clark bij mij terecht kwam, met het idee “al trekt hij het 6 weken, hij gaat tenminste niet alleen in dat hokje in ’t asiel dood”. Want waar de andere katten het daar best geinig vonden, vond hij er Officieel Geen Zak Aan: te veel van die rare wezens om hem heen. Clark snapte immers niet dat hij, net zoals die rare wezens om hem heen, een kat is. Gevalletje: “Jeugd niet goed doorgekomen”.

Hoewel het op papier een ontzettend stomme zet leek/lijkt, heb ik in de 2 ½ jaar dat hij hier nu woont, nooit spijt gehad van mijn beslissing, en ik heb de indruk dat hij het wonen hier ook wel ok vindt.

Met zijn gezondheid gaat het op het moment… tja. Hij slaapt hoe langer hoe meer, eet nog wel steeds met smaak maar niet heel veel, beweegt zich voort op een manier die de naam “lopen” eigenlijk niet meer mag hebben, maar springt nog steeds probleemloos, heeft op sommige dagen wat moeite met naar de bak gaan en ook zijn snotterigheid is op de ene dag plots heftiger en op de andere dag weer nauwelijks aanwezig. Hij is overigens nog steeds alert en gezellig, en krijgt natuurlijk dagelijks zijn pijnstiller. Er is dus, zoals wel vaker met katten, dus niet echt een pijl op te trekken en voorlopig knuffelen we dan ook nog gezellig door.

Blog Design by Get Polished