Deel 1 t/m 5 staan hier.
Deel 6 t/m 9 staan hier.
Deel 10 t/m 15 staan hier.
Woensdag 19 augustus 2009
Waar het de vorige dagen al behoorlijk warm was geweest, was het woensdag echt ondraaglijk heet. Het principe "zweten om niks" kreeg een hele nieuwe betekenis: stilzittend in de metro liep het zweet me over de rug. Echt, ik heb in Zweden in sauna's gezeten waar het koeler was...
In een iets langzamer tempo dan de dagen ervoor gingen we op pad naar de Jardin des Plantes. Ik moet eerlijk zeggen dat ik me er iets heel anders bij voorgesteld had, en was er dan ook op het eerste gezicht niet kapot van. Op het tweede gezicht echter was het een lekker hangpark, vergelijkbaar met het Vondelpark, hoewel daar wat meer water is. Wat me opviel was dat er zelfs met deze hitte (het was in ieder geval 34 graden of zelfs heter) mensen aan het hardlopen waren in een tempo alsof ze door een kudde sikkeneurige tijgers achternagezeten werden. Verslaafd ok, maar er zijn grenzen dacht ik zo, maar blijkbaar niet voor hardlopers!
Behalve een botanische kas (die in verbouwing was), herbergde het park een aantal musea, waaronder het muséum national d'histoire naturelle, waar ze een enorme collectie fris gerestaureerde Hele Oude Opgezette Dieren hadden. Dientengevolge was het in het museum heerlijk koel en donker. Mocht u er ooit komen, let dan op de grote olifant. Ooit bewoner van het blijkbaar naast het park gelegen dierentuintje, is hij na zijn (natuurlijke!) dood met liefde opgezet. Het is grappig om te zien dat er zelfs in de taxidermie trends zijn: vroeger werden dieren in de meest malle posities opgezet, die ze in de natuur nooit zouden aannemen. Ik denk dat dat deels voortkwam uit een "ik heb een tijger, die moet woest kijken"-logica, maar ook deels omdat de mensen die die dieren prepareerden vaak geen idee hadden hoe zo'n beest zich van nature gedroeg. Je ziet dat "nieuwere" dieren in natuurlijkere poses opgezet zijn en tegenwoordig wordt er echt goed op details gelet, zo had de grote olifant nog al zijn plooitjes.
Toen we weer naar buiten gingen, moesten we direct even op een muurtje zitten, want die overgang was natuurlijk enorm. Vervolgens zijn we in een soort slakkengang (ik vooral) op weg gegaan naar twee papierwinkels die ik in het boekje Paris made by hand van Pia Bijkerk had zien staan. Uiteraard kwamen we onderweg nog een ander geweldig leuk papierwinkeltje tegen (aankopen staan hier) en na besloten te hebben dat áls ik in Parijs ga wonen het op het het Ile St. Louis is, vonden we de Rue du Pont Louis-Philippe, waar tegenover elkaar zich Papier + en Melodies Graphiques bevonden. Die laatste was helaas gesloten, maar bij Papier + verkochten ze de metallic potloden van Lyra (in Nederland zijn een aantal Lyra-potloden te koop bij Dille & Kamille) en die moesten natuurlijk mee. Parallel aan de Rue du Pont Louis-Philippe loopt een straatje dat omhoog loopt (Rue des Barres), waar ik een bord met een theeketel zag. Yay! Een theehuisje! Daar moest uiteraard even gepauseerd worden.
Vanaf het terrasje hadden we zicht op de Église Saint-Gervais-Saint-Protais de Paris, wat ons op het idee bracht er ook even binnen te gaan kijken. Het was leuk om eens in een kerk te zijn die nog steeds in gebruik is, dat voelt duidelijk anders dan een kerk die voornamelijk (of alleen maar) museum is. Daarna op weg naar Notre Dame: tegen de tijd dat we daar aankwamen was het zo achterlijk heet dat ik letterlijk bijna van mijn stokje ging. Gelukkig herken ik de voorstadia, dus zodra ik het gigantische standbeeld van paard met ruiter vaag begon te zien en stemmen begonnen te klinken alsof ik me onder water bevond, wist ik dat het tijd was om de missie "Bezoek de Notre Dame" af te breken. Na een sloot water te hebben gedronken zijn we weer naar Le Puits de Légumes gegaan, waar we net als de avond ervoor heerlijk gegeten hebben. Daarna weer richting hostel, waar we bij de buurtsuper weer een aantal flessen water hebben ingeslagen voor de nacht en de volgende dag.
Geen opmerkingen :
Een reactie posten