Jarenlang, zo van mijn 3e tot mijn 35e, was ik thuis een tevreden vegetariër en ook uit eten gaan werd langzaam maar zeker beter te doen. Met name de Italiaanse keuken bracht een uitkomst, en werd mijn favoriete voedsel. Af en toe riep er weer eens iemand: “Oooh, ik weet NIET hoe je het doet! IK zou het niet kunnen!” en dan zei ik: “Het is geen opgave hoor, het is een bewuste keus. Glutenvrij moeten zijn, DAT is een opgave!”, en nam weer een stuk pizza.
Sowieso vind ik het altijd een beetje vreemd dat mensen commentaar hebben op mijn vegetarisme, ik bedoel, ik roep toch ook niet elke keer dat ik een vleeseter spreek: “Oooh, ik weet NIET hoe je het doet! IK zou het niet kunnen!”, terwijl dat éigenlijk wel waar is. Overigens, mocht u zich het afvragen, Clark krijgt gewoon vlees. Katten gaan namelijk dood als ze geen vlees eten, iets met zelf geen taurine kunnen aanmaken als ik me niet vergis. De eerste persoon die nu het onzalige idee krijgt om zijn/haar/anders: [vul in] kat dan maar op groenten + Red Bull te zetten, krijgt van mij een knoertharde pats voor de bakkes. Ik weet waar uw IP-adres woont.
Op mijn bijna 36e echter werd mijn fijne vegetarische leven ruw verstoord. Na veel medisch gedoe waarvan ik u de details bespaar, bleek dat ik er niet onderuit kwam: ik moest voortaan glutenvrij gaan eten. Het enige wat ik hoorde was:
NOOIT
MEER
PIZZA
Ik ben toen even op de grond gaan liggen om een flink potje te huilen. Het was sowieso al niet zo’n denderende tijd in mijn leven (understatement) en dit was gewoon even, zoals we dat op z’n Amsterdams zeggen, toe mutsj. In het begin at ik dan ook nog wel eens af en toe een gluut, maar al snel realiseerde ik me dat zelfs glutenvolle pizza niet opwoog tegen de heftige fysieke narigheid achteraf.
Deel 2 volgt morgen!
Geen opmerkingen :
Een reactie posten