En dat was weer een jaar! Ondanks dat ik mekker dat het niet opschiet, heb ik dit jaar onder andere toch flink wat (al-dan-niet-moeizame) vooruitgang geboekt met mijn studie, is mijn huis gemiddeld 90% minder een baggerzooi dan in voorgaande jaren, deed ik een fotografiecursus, gaf ik een workshop, ging ik naar Londen en maakte ik ook nog eens een zine af.
2015 wordt het jaar van de afronding, “Oui ou merde”-style. De studie natuurlijk, maar ook hoop ik volgend jaar om deze tijd te kunnen zeggen dat ik geen (s)lopende zaken, creatief of anderszins, op mijn to do heb, al was het maar omdat ik besluit ze niet meer te doen. Ik ben echt meer dan klaar om aan de volgende fase van mijn leven te beginnen, hoewel ik op dit moment geen flauw benul heb hoe die eruit gaat zien. Ik hoop uiteraard op Geld en een hoogst oppervlakkige existens in Ellleeeeeeehj, maar gezien Hoe Het In De Wereld Werkt, zal dat er waarschijnlijk niet inzitten.
Aangezien ik vanochtend om 05:30 fiks snotterig wakker geworden ben en me Niet Bijster Hoe voel, ga ik zo maar even vlot aan de glutenvrije oliebol met krenten die ik gisteren gescoord heb, en dan mijn bed in. Ik wens jullie allen een meer dan uitstekende jaarwisseling en zie jullie, traditiegetrouw, weer op 3 januari!
woensdag 31 december 2014
maandag 29 december 2014
Contemplatiefjes
Zo, nu De Uitgeput met redelijk extreme hoeveelheden slaap een beetje weggewerkt is, de Post-Prestatie-Depressie ook wat afgezwakt is en we rapjes aan eind komen van deze decembermaand, waag ik nog maar een poging tot een significant minder mauwerige versie van De Contemplatie.
Hoewel het eigenlijk natuurlijk enorme onzin is, want zo’n kalender is uiteraard gewoon een soosjul konstrukt en het is echt niet zo dat je leven verandert zodra er een cijfertje omhoog gaat op de kalender, blijft het toch moeilijk voor me om me niet te laten beïnvloeden door de donkerte, de eindejaarslijstjes vol leutigheid en succes, de “gezellige feestdagen”-terreur, de post-tentamenvermoeidheid en natuurlijk mijn verjaardag. Ik denk de afgelopen weken dan ook onwillekeurig nog wat meer dan gewoonlijk na over mijn leven, waarna ik slechts kan concluderen: “Nee, dit loopt nog steeds niet lekker”.
Het lastige van het feit dat ik niet de gebaande levenspaden afloop (niet eens met opzet overigens, dingen lopen nu eenmaal zoals ze lopen) betekent dat ik gedwongen ben om alles zelf te bedenken. Dit lijkt leuk, maar is in mijn geval voornamelijk zeer vermoeiend, onzeker makend en onsuccesvol gebleken, want ondanks mijn “dwars door beton”-discipline, heb ik behalve een legalehuurwoninginAmsterdamCentrum (ja, da’s 1 woord) eigenlijk nog steeds geen klap bereikt in mijn leven. Natuurlijk weet ik ook wel dat de Volwassen Mijlpalen niet zaligmakend zijn, maar ik had toch graag op mijn bijna-40e (jawel, ik ben vorige week 39 geworden, dat dan weer wel!) in ieder geval een afgemaakte studie, een baan/~carrière~ en een huurwoning ergens-niet-onder-mijn-buurman-die-ik-haat willen hebben.
Een ander iets wat ik graag had gewild, was dat ik niet langer last zou hebben van dodelijk vermoeiend (al dan niet (semi-)professioneel) intermenselijk contact. De hoop hierop heb ik echter recentelijk laten varen. Blijkbaar is intermenselijk contact in mijn leven een perpetuum van gemekker over Hetzelfde Soort Sh*t (zoals laatst over lijmstiften en groene glitteronderbroeken – blogpost hierover volgt uiteraard), maar dan telkens met andere mensen. Leuk voer voor mijn “L’enfer, c’est les autres”-tag, dat dan weer wel.
Uiteraard zijn dit allemaal geen gigantische issues en moet ik ook niet al te hard zeiken, want ik lig niet ergens in een kartonnen doos onder een brug dood te vriezen. Wel merk ik dat naarmate ik ouder word, de kleine en middelgrote irritaties harder optellen, de rek af- en de moedeloosheid toeneemt. Zoals ik laatst in een email schreef: ik had niet verwacht op mijn 39e nog met dit soort interpersoonlijke moeizaamheden te moeten dealen, en als wel, dan goedbetaald en in een leuke woning in Oud Zuid met zo’n veranda.
Dat dat niet zo is en ook nooit zo zal zijn, drukt me weer eens keihard op het feit dat ik hardcore een afslag (of tig) gemist heb in mijn leven, en dat hoe hard ik ook mijn best (blijf) doe(n), ik dit niet meer rechtgebreid krijg. Nu weet ik dat natuurlijk al jaren en weet ik ook dat er niets anders op zit dan gewoon voortschuifelen “slow motion is better than no motion”-style, maar op “mijlpaalmomenten” komt het altijd weer even keihard binnen en dat doet pijn. Gaat wel weer over.
Hoewel het eigenlijk natuurlijk enorme onzin is, want zo’n kalender is uiteraard gewoon een soosjul konstrukt en het is echt niet zo dat je leven verandert zodra er een cijfertje omhoog gaat op de kalender, blijft het toch moeilijk voor me om me niet te laten beïnvloeden door de donkerte, de eindejaarslijstjes vol leutigheid en succes, de “gezellige feestdagen”-terreur, de post-tentamenvermoeidheid en natuurlijk mijn verjaardag. Ik denk de afgelopen weken dan ook onwillekeurig nog wat meer dan gewoonlijk na over mijn leven, waarna ik slechts kan concluderen: “Nee, dit loopt nog steeds niet lekker”.
Het lastige van het feit dat ik niet de gebaande levenspaden afloop (niet eens met opzet overigens, dingen lopen nu eenmaal zoals ze lopen) betekent dat ik gedwongen ben om alles zelf te bedenken. Dit lijkt leuk, maar is in mijn geval voornamelijk zeer vermoeiend, onzeker makend en onsuccesvol gebleken, want ondanks mijn “dwars door beton”-discipline, heb ik behalve een legalehuurwoninginAmsterdamCentrum (ja, da’s 1 woord) eigenlijk nog steeds geen klap bereikt in mijn leven. Natuurlijk weet ik ook wel dat de Volwassen Mijlpalen niet zaligmakend zijn, maar ik had toch graag op mijn bijna-40e (jawel, ik ben vorige week 39 geworden, dat dan weer wel!) in ieder geval een afgemaakte studie, een baan/~carrière~ en een huurwoning ergens-niet-onder-mijn-buurman-die-ik-haat willen hebben.
Een ander iets wat ik graag had gewild, was dat ik niet langer last zou hebben van dodelijk vermoeiend (al dan niet (semi-)professioneel) intermenselijk contact. De hoop hierop heb ik echter recentelijk laten varen. Blijkbaar is intermenselijk contact in mijn leven een perpetuum van gemekker over Hetzelfde Soort Sh*t (zoals laatst over lijmstiften en groene glitteronderbroeken – blogpost hierover volgt uiteraard), maar dan telkens met andere mensen. Leuk voer voor mijn “L’enfer, c’est les autres”-tag, dat dan weer wel.
Uiteraard zijn dit allemaal geen gigantische issues en moet ik ook niet al te hard zeiken, want ik lig niet ergens in een kartonnen doos onder een brug dood te vriezen. Wel merk ik dat naarmate ik ouder word, de kleine en middelgrote irritaties harder optellen, de rek af- en de moedeloosheid toeneemt. Zoals ik laatst in een email schreef: ik had niet verwacht op mijn 39e nog met dit soort interpersoonlijke moeizaamheden te moeten dealen, en als wel, dan goedbetaald en in een leuke woning in Oud Zuid met zo’n veranda.
Dat dat niet zo is en ook nooit zo zal zijn, drukt me weer eens keihard op het feit dat ik hardcore een afslag (of tig) gemist heb in mijn leven, en dat hoe hard ik ook mijn best (blijf) doe(n), ik dit niet meer rechtgebreid krijg. Nu weet ik dat natuurlijk al jaren en weet ik ook dat er niets anders op zit dan gewoon voortschuifelen “slow motion is better than no motion”-style, maar op “mijlpaalmomenten” komt het altijd weer even keihard binnen en dat doet pijn. Gaat wel weer over.
woensdag 24 december 2014
Zelfcensuur en leutige bloemetjes
Aangezien ik nogal last heb van De Uitgeput, gecombineerd met De Contemplatief, gekruid met een flinke hoeveelheid Post-Prestatie-Depressie, had ik me toch een mauwstuk geschreven over hoe enorm teleurstellend ik mijn existens vind, en hoe frustrerend het is om redelijk chronisch het gevoel te hebben dat ik voor Piet Snot mijn best doe en maar geen stap vooruit kom.
Bij nalezing kreeg zelfs ik de f*ck van mezelf, dus heb ik besloten u er niet aan bloot te stellen. Misschien dat er later nog een leutigere herbewerking volgt, of misschien besluit ik dat ik gewoon niet zo moet zeuren en al lang blij moet zijn dat ik niet ergens in een kartonnen doos onder een brug woon. Of in mijn graf lig.
Om deze ~gezelligheid~ wat te compenseren, hier een sjeune bloem die ik ergens afgelopen maart schoot:
*roept "Yo, lente! Schiet eens op!"*
woensdag 17 december 2014
Passie
Vanaf dag 1 van mijn studie krijg ik al de “Wat ga je doen na je studie?”-vraag, maar nu deze ellende mijn studie vordert, nemen mensen steeds minder vaak genoegen met mijn “Nou, eerst deze studie maar eens letterlijk overleven”-antwoord. Uiteraard ben ik al sinds een jaar of 3 minstens 53 verschillende opties voor Mijn Toekomst aan het onderzoeken, want dat Oostblok-gen is uiterst hardnekkig. Ik ben echter een Voldongen Feit-type. Ik onderzoek, weifel en twijfel me zo’n 30 slagen in de rondte, en pas als ik besloten heb, maak ik het wereldkundig. Ik voel daarom niet de behoefte om mijn potentiële levensplannen met nauwelijks-iets-meer-dan-volslagen-onbekenden te bespreken, hoe aardig ze ook zijn.
De meeste mensen begrijpen dat “Nou, dat weet ik nog niet, eerst mijn studie maar eens afmaken, dan wat tijd vrijaf en dan beslis ik verder”, betekent dat ik geen zin heb om het erover te hebben. Er zijn ookbloedirritante dominantjes zonder sociale vaardigheden mensen die op dat moment hun innerlijke beroepskeuzeadviseur niet kunnen bedwingen. Zoals u zich kunt voorstellen, loopt zo’n gesprek gierend uit de hand:
De nauwelijks-iets-meer-dan-volslagen-onbekende: “Oh jaaa, lekker je passie volgen. Lekker doen wat je leuk vindt!”
Op dat moment moet ik me altijd inhouden om niet keihard “PÁSSIE EN ADRIAAN, MENSEN, PÁ-SSIE EN ADRIAAN!” te brullen, wat mij wonderwel tot nu toe nog steeds gelukt is.
Ik murmel wat en hoop dat de nauwelijks-iets-meer-dan-volslagen-onbekende een ander topic start, of plots een afspraak heeft ergens.
De nauwelijks-iets-meer-dan-volslagen-onbekende gaat echter door: “Wat zijn je passies eigenlijk?”
Ik, stellig: “Die heb ik niet.”
De NIMDVO: “Jaaweeel, die heb je vast wel! Verteeeeel!”
Nu heb ik aan weinig dingen een grotere PIEPhekel dan aan mensen die “Jawel” zeggen als ik net “Nee” gezegd heb, dus ik besluit de waarheid te vertellen.
Ik: “Mijn passies zijn slapen, wasseh wasseh en drie keer per dag pizza eten. Maar dat laatste kan niet meer, want ik ben glutenintolerant. En da’s vrij #@$@#, kan ik je vertellen”.
De NIMDVO, die niet eens het fatsoen heeft om te zeggen dat dat rottig voor me is: “Oh, maar ik bedoelde je pássies, wat je wilde worden toen je vroeger klein was!”
Ik, doend alsof ik dom ben: ”Oh, dat! Toen ik vroeger klein was, wilde ik later als ik groot was in een baljurk door kasteelgangen rennen. Dat leek me nou helemaal geweldig.”
Even een protip voor ouders tussendoor: laat je kinderen niet, ik herhaal NIET, op een impressionable age naar Candy Candy kijken. Voor je het weet creëer je special snowflake beroepswerklozenzoals ik. Overigens, na mijn baljurkrenfase wilde ik gewoon in een klein huisje aan zee de godganse dag boeken lezen en af en toe iets schrijven, maar als ik dat zeg, krijgen we weer de hele “Ah, SCHRIJVEN is je passie - “NEEHEE!””-discussie en die probeer ik koet ku koet te vermijden omdat ik er van ga schuimbekken ondertussen.
De NIMDVO gaat onverstoorbaar verder: “Maar wat zijn je hobbies dan?”
Ik, mezelf heftig krabbend: “Ik doe niet aan hobbies.”
De NIMDVO: “Jamaarwatvindjeleuheuk?
Ik, enthousiast: “Oh, leuk. Eh, katten, zines en klassiek ballet. Dat was het eigenlijk wel. Oh, en avocado’s natuurlijk.”
De NIMDVO, die maar niet snapt dat ik het niet snap: “Nee, ik bedoel, dingen die je doet, waar je je mee bezig houdt, je tijd mee doorbrengt!”
Ik, nu op elevator pitch toon: “Nou, mijn studie neemt zo’n 90% van mijn tijd in, maar daarnaast houd ik me zoals ik eerder al zei bezig met slapen, wasseh wasseh en dan maar glutenvrije pizza eten. Mijn kat knuffelen. Foto’s maken. Soms mijn kop volplamuren, en daar dan weer een foto van maken. Af en toe lees ik eens een boek, en bij vlagen bingewatch ik stomme tattoorealityshows.”
De NIMDVO die, voornamelijk door mijn toon, denkt dat we eindelijk ergens komen: “En verder?”
Ik, nog steeds op elevator pitch toon: “Verder ik maak lijsten van welke lace fronts ik wil kopen en in welke volgorde. Daarnaast oefen ik al jaren voor een rol in de Black Parade Musical en heb ik met name House of Wolves DOWN.
De NIMDVO kijkt confuus: “Je doet WAT?”
Ik, betrapt: “Ok, ok, ik geef het toe, ik doe in mijn woonkamer met de gordijnen dicht urdinaire dansjes op Shake van de Ying Yang Twins feat. Pitbull. (Nee, hier link ik niet naar. Dit in het kader van het feminisme en zo. Also: don’t tell anyone)
De NIMDVO, het voorgaande negerend: “Jaa, nee, ok, maar wat zou je doen als ALLES kon, als geld geen bezwaar was?”
Ik, spontaan oplevend: “Ooh, maar als ik independently wealthy was, dan zat ik met mijn ass en mijn Clark en mijn 6000 dollar full lace wig völlig ondergetattoeerd in Chateau Marmont in Ellleeeeeeehj mijn Español op te krikken, riekend naar een speciaal voor mij gecomponeerd parfum van Floris, me de hele dag van yoooguhhh naar de Whole Foods en weer terug te verslepen. En elke avond zou ik iets nieuws vegan-glutenfree’s eten bij een van de duizenden toko’s die ze daar hebben. Hell, ik zou zelfs leren koffiedrinken. En op acteerles gaan. Oh, en fillers. Heel veel fillers.”
De NIMDVO, voorzichtig doch met afkeurende ondertoon: “Dat lijkt me toch niet heel veel voldoening geven.
Ik, stellig: “Oh jawel hoor”
Het gesprek valt even stil. Ik denk: “Dit is mijn kans” en ik doe een poging om te vertrekken, maar helaas.
De NIMDVO, wanhopig klinkend een laatste poging wagend: “Maar wat zou je nou doen als dit je laatste dag op aarde was?”
Ik, op een kat in ’t bakkie toon: “Die is makkelijk: 27 pizza’s vol met gluten eten, de hele Gall & Gall leegzuipen en een fijne opiatenverslaving cultiveren, want hey, YODO! (you only die once – met dank aan klasgenoot José uit Florida)
De NIMDVO, mild geïrriteerd en kortaffigjes: “Goed, dat is misschien te ver vooruit gekeken. Maar wat zou je NU dan het liefste doen?”
Ik, mijn kans grijpend: “Met m’n ass in bed de Fook lezen.”
De NIMDVO, nu echt geïrriteerd: “Jahaa, maar daarnaahaa?”
Ik: “Met m’n ass in bed de Joe-Es Fook lezen. Spieking of witsj, ik moet naar het American Book Center. Fook kopen, met diskaunt. Is die studentenkaart toch nog ergens goed voor. Toedeledokio!”
De meeste mensen begrijpen dat “Nou, dat weet ik nog niet, eerst mijn studie maar eens afmaken, dan wat tijd vrijaf en dan beslis ik verder”, betekent dat ik geen zin heb om het erover te hebben. Er zijn ook
De nauwelijks-iets-meer-dan-volslagen-onbekende: “Oh jaaa, lekker je passie volgen. Lekker doen wat je leuk vindt!”
Op dat moment moet ik me altijd inhouden om niet keihard “PÁSSIE EN ADRIAAN, MENSEN, PÁ-SSIE EN ADRIAAN!” te brullen, wat mij wonderwel tot nu toe nog steeds gelukt is.
Ik murmel wat en hoop dat de nauwelijks-iets-meer-dan-volslagen-onbekende een ander topic start, of plots een afspraak heeft ergens.
De nauwelijks-iets-meer-dan-volslagen-onbekende gaat echter door: “Wat zijn je passies eigenlijk?”
Ik, stellig: “Die heb ik niet.”
De NIMDVO: “Jaaweeel, die heb je vast wel! Verteeeeel!”
Nu heb ik aan weinig dingen een grotere PIEPhekel dan aan mensen die “Jawel” zeggen als ik net “Nee” gezegd heb, dus ik besluit de waarheid te vertellen.
Ik: “Mijn passies zijn slapen, wasseh wasseh en drie keer per dag pizza eten. Maar dat laatste kan niet meer, want ik ben glutenintolerant. En da’s vrij #@$@#, kan ik je vertellen”.
De NIMDVO, die niet eens het fatsoen heeft om te zeggen dat dat rottig voor me is: “Oh, maar ik bedoelde je pássies, wat je wilde worden toen je vroeger klein was!”
Ik, doend alsof ik dom ben: ”Oh, dat! Toen ik vroeger klein was, wilde ik later als ik groot was in een baljurk door kasteelgangen rennen. Dat leek me nou helemaal geweldig.”
Even een protip voor ouders tussendoor: laat je kinderen niet, ik herhaal NIET, op een impressionable age naar Candy Candy kijken. Voor je het weet creëer je special snowflake beroepswerklozen
De NIMDVO gaat onverstoorbaar verder: “Maar wat zijn je hobbies dan?”
Ik, mezelf heftig krabbend: “Ik doe niet aan hobbies.”
De NIMDVO: “Jamaarwatvindjeleuheuk?
Ik, enthousiast: “Oh, leuk. Eh, katten, zines en klassiek ballet. Dat was het eigenlijk wel. Oh, en avocado’s natuurlijk.”
De NIMDVO, die maar niet snapt dat ik het niet snap: “Nee, ik bedoel, dingen die je doet, waar je je mee bezig houdt, je tijd mee doorbrengt!”
Ik, nu op elevator pitch toon: “Nou, mijn studie neemt zo’n 90% van mijn tijd in, maar daarnaast houd ik me zoals ik eerder al zei bezig met slapen, wasseh wasseh en dan maar glutenvrije pizza eten. Mijn kat knuffelen. Foto’s maken. Soms mijn kop volplamuren, en daar dan weer een foto van maken. Af en toe lees ik eens een boek, en bij vlagen bingewatch ik stomme tattoorealityshows.”
De NIMDVO die, voornamelijk door mijn toon, denkt dat we eindelijk ergens komen: “En verder?”
Ik, nog steeds op elevator pitch toon: “Verder ik maak lijsten van welke lace fronts ik wil kopen en in welke volgorde. Daarnaast oefen ik al jaren voor een rol in de Black Parade Musical en heb ik met name House of Wolves DOWN.
De NIMDVO kijkt confuus: “Je doet WAT?”
Ik, betrapt: “Ok, ok, ik geef het toe, ik doe in mijn woonkamer met de gordijnen dicht urdinaire dansjes op Shake van de Ying Yang Twins feat. Pitbull. (Nee, hier link ik niet naar. Dit in het kader van het feminisme en zo. Also: don’t tell anyone)
De NIMDVO, het voorgaande negerend: “Jaa, nee, ok, maar wat zou je doen als ALLES kon, als geld geen bezwaar was?”
Ik, spontaan oplevend: “Ooh, maar als ik independently wealthy was, dan zat ik met mijn ass en mijn Clark en mijn 6000 dollar full lace wig völlig ondergetattoeerd in Chateau Marmont in Ellleeeeeeehj mijn Español op te krikken, riekend naar een speciaal voor mij gecomponeerd parfum van Floris, me de hele dag van yoooguhhh naar de Whole Foods en weer terug te verslepen. En elke avond zou ik iets nieuws vegan-glutenfree’s eten bij een van de duizenden toko’s die ze daar hebben. Hell, ik zou zelfs leren koffiedrinken. En op acteerles gaan. Oh, en fillers. Heel veel fillers.”
De NIMDVO, voorzichtig doch met afkeurende ondertoon: “Dat lijkt me toch niet heel veel voldoening geven.
Ik, stellig: “Oh jawel hoor”
Het gesprek valt even stil. Ik denk: “Dit is mijn kans” en ik doe een poging om te vertrekken, maar helaas.
De NIMDVO, wanhopig klinkend een laatste poging wagend: “Maar wat zou je nou doen als dit je laatste dag op aarde was?”
Ik, op een kat in ’t bakkie toon: “Die is makkelijk: 27 pizza’s vol met gluten eten, de hele Gall & Gall leegzuipen en een fijne opiatenverslaving cultiveren, want hey, YODO! (you only die once – met dank aan klasgenoot José uit Florida)
De NIMDVO, mild geïrriteerd en kortaffigjes: “Goed, dat is misschien te ver vooruit gekeken. Maar wat zou je NU dan het liefste doen?”
Ik, mijn kans grijpend: “Met m’n ass in bed de Fook lezen.”
De NIMDVO, nu echt geïrriteerd: “Jahaa, maar daarnaahaa?”
Ik: “Met m’n ass in bed de Joe-Es Fook lezen. Spieking of witsj, ik moet naar het American Book Center. Fook kopen, met diskaunt. Is die studentenkaart toch nog ergens goed voor. Toedeledokio!”
donderdag 11 december 2014
Verlate update
“Aan het einde van mijn geld heb ik altijd nog een stukje maand over”, kent u die uitdrukking? Gisteravond, toen ik deze blogpost in elkaar probeerde te draaien, bedacht ik dat het in mijn geval “Aan het einde van mijn energie, heb ik altijd nog een aantal to do’s over” is. Toen vervolgens mijn internet er ook nog eens uitpleurde, besloot ik maar gewoon naar bed te gaan en deze post dan maar vandaag te schrijven en te posten.
Gisteren had ik mijn laatste reguliere les van dit jaar. Uiteraard moeten er nu weer essays geschreven worden en een onderzoek gepland worden, maar ik hoef in ieder geval voorlopig even niet meer voor dag en dauw op te staan ommezelf vol te plamuren op tijd op college te zijn. Overigens, nu we het toch over ochtenden hebben: ik was licht teleurgesteld dat werkelijk NIEMAND gezien heeft dat ik in mijn ochtendhoofdselfie een papieren zak over mijn hoofd had! Heeft u enig idee hoe moeilijk het is om met een papieren zak op je hoofd én Swamp Thing handen een selfie te maken terwijl je VOLLEDIG in een deuk te ligt? File under: lol in je eentje.
Omdat ik weet dat ik na dit weekend geen samenhangend woord meer kan typen (dat gaat nu al moeizaam – red.), staat er al een post klaar voor aanstaande woensdag, en wel het meest hilarische wat ik ooit geschreven heb. Althans, dat vind ik. Of u het daar mee eens bent, moet nog maar blijken. *komt nu al niet meer bij*
Gisteren had ik mijn laatste reguliere les van dit jaar. Uiteraard moeten er nu weer essays geschreven worden en een onderzoek gepland worden, maar ik hoef in ieder geval voorlopig even niet meer voor dag en dauw op te staan om
Omdat ik weet dat ik na dit weekend geen samenhangend woord meer kan typen (dat gaat nu al moeizaam – red.), staat er al een post klaar voor aanstaande woensdag, en wel het meest hilarische wat ik ooit geschreven heb. Althans, dat vind ik. Of u het daar mee eens bent, moet nog maar blijken. *komt nu al niet meer bij*
woensdag 3 december 2014
Maandagochtendplog (een partiële reënscenering)
Hoewel ik plogs van andere mensen ontzettend leuk vind om te zien, ben ik er noch qua persoonlijkheid (ik laat liever een geconstrueerde versie van de realité zien) noch qua leven (mijn huis is redelijk chronisch een achenebbisjzooi en mijn harses vaak ook) geschikt voor. Echter, ik herinnerde me recentelijk dat ik EstherDo ergens diep in de prehistorie beloofd heb om het toch een dagje te doen. Dat "recentelijk" was overigens afgelopen maandagochtend, toen ik weer eens te laat kwam omdat ik vroeg opgestaan was. Wat hier volgt is dan ook een deels gere-enact plog van die ochtend.
Maandag 1 december 2014. Het is 05:45. Ik word wakker en dit is wat ik zie:
Mijn eerste gedachte is "Nee". Mijn tweede tot en met 57e gedachte ook. Helaas heb ik de afgelopen twee dagen luid "Het weekend is voor recreatie!" geroepen en nul komma nul huiswerk gedaan en heb ik zo om 09:00 uur college, waarvoor dat huiswerk gedaan en ingeleverd moet zijn, omdat ik anders zowel puntenaftrek als geen toegang tot het eindtentamen krijg. Ja, ik doe een universitaire studie en ja, ik werd op de Montessori-kleuterschool nog minder betutteld.
Goed, ik sleep me uit bed en begin aan mijn sociolinguistics huiswerk:
Campy meelbal die ik ben, verzin ik een "Ah doe maaij hoomwurk in de durk"-lied, wat uiteraard een blues is. Ik overweeg een seconde of twee om het nummer naar Anouk te sturen, ik weet zeker dat zij er een hit van zou kunnen maken. Dan realiseer ik me dat ik bij College Tour zag dat zij niet zo van hoomwurk is en bovendien faalangst heeft (I feel ya, girl!), dus ik besluit haar niet lastig te vallen met mijn onzin. Ik denk nog wat na over hoe cool het zou zijn als Anouk en ik matties waren en ga ondertussen verder met mijn huiswerk.
Clark komt helpen en het schiet op. Na twee uur ben ik klaar met mijn opdracht. Ik heb nog een half uur om me aan te kleden, plamuur op mijn kop te smeren en rustig richting de bus te wandelen, dus ik besluit uiteraard mijn hele feedreader door te lezen...
HOLY PIEPS! HET IS 3 OVER 8 EN IK MOET NOG WASSEH WASSEH, ME AANKLEDEN, MIJN KOP PLAMUREN EN MIJN WEAVE (= pruik) VINDEN!11eleventy!!!
08:11 Gewassen en aangekleed. Even snel een fotootje van mijn ochtendhoofd, dat hoort namelijk in een plog.
08:12 Gelukkig ruim ik nooit iets op en ligt mijn plamuur er nog van de vorige dag. In een noodvaart mik ik een halve liter Koreaanse BB cream op mijn kop, zwieber daar een halve kilo coke Hourglass poeder overheen, shape, blush, oogschaduwprimer, oogschaduw, wenkbrauwmeuk, mascara, glitterprimer, glitteroogschaduw en zwieber de hele zooi nog een keertje na met Hourglass poeder. Het is nu 08:23.
SH*T WAAR IS MIJN WEAVE!?!? *graaft als een malle door de stapel kleding heen*
Ah, gevonden!
08:27 Bril op de harses schuiven en ringen aan de vingers en ik kan richting de bus.
Oh nee, wacht! Ik moet natuurlijk in het kader van "My Instagram life is perfect" nog even een sexy selfie maken! Kop scheef, ogen wijd open, wangen flink inzuigen want last van Swamp Thing en dat beperkt zich helaas niet tot de voeten (zie ook mijn handen in de ochtendhoofdselfie), niet vergeten te kijken alsof ik moet niezen, en klaar! So sexy it hurts, echt waar.
08:33 Ik zit bij de bushalte en als de bus nu op tijd komt, kan ik het nog nét halen. Maar natuurlijk viel de bus uit en kwam ik te laat.
Jawel peeps, dit was het dan weer voor mijn eerste en waarschijnlijk ook wel laatste plog ooit! Ik hoop dat het de leut een beetje gebracht heeft, en dan ga ik weer verder met het meejengelen met de Best of Eagles. *jodelt "Wooohooohooohooooo, swiet daaaaarling, joe got du best of maaaij looof..." terwijl Clark heftig spinnend knuffelt*
Maandag 1 december 2014. Het is 05:45. Ik word wakker en dit is wat ik zie:
Goed, ik sleep me uit bed en begin aan mijn sociolinguistics huiswerk:
HOLY PIEPS! HET IS 3 OVER 8 EN IK MOET NOG WASSEH WASSEH, ME AANKLEDEN, MIJN KOP PLAMUREN EN MIJN WEAVE (= pruik) VINDEN!11eleventy!!!
Jawel peeps, dit was het dan weer voor mijn eerste en waarschijnlijk ook wel laatste plog ooit! Ik hoop dat het de leut een beetje gebracht heeft, en dan ga ik weer verder met het meejengelen met de Best of Eagles. *jodelt "Wooohooohooohooooo, swiet daaaaarling, joe got du best of maaaij looof..." terwijl Clark heftig spinnend knuffelt*
woensdag 26 november 2014
Hoe overleef ik de winter?
De donkerte is al een poosje aan de gang, en hoewel het nog steeds te warm is voor de tijd van het jaar, valt het niet langer te ontkennen: de winter is in aantocht. Voor wie nu denkt “Yo, mekker jij de hele zomer lang niet dat het te warm is?”: ja, klopt. Ik gedij het beste in een klimaat dat niet te warm, niet te koud is, niet te droog, en niet te nat is, en vooral geen grote schommelingen vertoont: mijn special snowflake oude kadaver is een beetje een Goudlokje.
Aangezien ik helaas niet in de omstandigheid ben dat ik Elders kan overwinteren, laat staan verkassen, moet ik er maar het beste van zien te maken. Onmisbaar hierbij is mijn daglichtlamp, a.k.a. Het Limpje, want het ergste vind ik niet de regen en eigenlijk ook niet de kou, maar het gebrek aan licht. Van donker weer krijg ik niet alleen De Sim, maar ik word er ook zo ontzettend MOE van. Iets wat ik, gezien het feit dat ik over het algemeen op goede dagen ook maar 80% van de energie van een gezond mens heb, absoluut niet kan gebruiken. Het Limpje is geen wondermiddel, maar het voorkomt wel dat ik in winterslaapmodus terechtkom, waar ik zo’n 18 uur per dag zou willen én kunnen dutten. Ja, letterlijk.
Dat dutten gaat overigens ook een stuk warmer sinds ik een elektrische deken heb. Ik heb er lang tegenaan gehikt omdat de bejaardheidsfactor nogal hoog ligt, maar heb bij nader inzien spijt dat ik het ding niet jaren eerder gekocht heb. Overigens gebruik ik hem slechts om mijn bed op te warmen en laat ik hem niet de hele nacht aanstaan, anders schiet ik alsnog in de winterslaapmodus en dat zou redelijk contraproductief zijn.
Om mezelf eenmaal uit bed overeind te houden en voort te sturen, drink ik thee. Heel veel thee. Vanwege de bloeddruksores moet ik me verre houden van zoethout-bevattende theemelanges (lees: bijna elke theemelange), dus beperk ik me tot het uittesten van elke mogelijke muntthee variant die er op de markt is. Mijn favoriet op het moment is Pukka three mint, die toevallig ook erg sjeun verpakt is. Dit in het kader van “het oog wil ook wat”.
Over ogen, oren en vingers gesproken: ik heb standaard mijn handschoenen en oorwarmers in mijn tas zitten, evenals een paar lange beenwarmers. Ook ben ik na jaren sokloosheid overstag gegaan voor de bamboesok. Ze slijten helaas als een malle, maar zijn wel heerlijk warm, zacht en niet-klef zolang ze het doen.
Voor de dagen waarop je van naar buiten kijken al last krijgt van vriesdroogplekken, kan ik de thermokleding van de Action aanraden. Kost geen derrière en werkt toch. Om daadwerkelijke vriesdroogplekken op mijn snoet door gezichtscrèmes op waterbasis te voorkomen, gebruik ik gezichtsolie van Cattier. Dat is trouwens in elk seizoen een aanrader, mocht u nog zooi-vrije gezichtsverzorging zoeken.
Naast al deze gein mik ik dagelijks nog een reut vitaminepreparaten naar binnen om de gevolgen van mijn vegetarisme, glutenintolerantie en binnenzitterige bleekneusjespersoonlijkheid wat tegen te gaan, en schrans ik me door een boomgaard avocado’s heen. Dat laatste is overigens puur omdat ik ze lekker vind, niet omdat ze blijkbaar ~gezond~ verklaard zijn.
Zeu, dat was mijn lijstje wel zo’n beetje. Doet u ook dingen om de winter door te komen, of bent u juist een “Yay! Koek en zopie! Elfstedentocht! IJspegels aan mijn neus, fokjèh!”-type?
Aangezien ik helaas niet in de omstandigheid ben dat ik Elders kan overwinteren, laat staan verkassen, moet ik er maar het beste van zien te maken. Onmisbaar hierbij is mijn daglichtlamp, a.k.a. Het Limpje, want het ergste vind ik niet de regen en eigenlijk ook niet de kou, maar het gebrek aan licht. Van donker weer krijg ik niet alleen De Sim, maar ik word er ook zo ontzettend MOE van. Iets wat ik, gezien het feit dat ik over het algemeen op goede dagen ook maar 80% van de energie van een gezond mens heb, absoluut niet kan gebruiken. Het Limpje is geen wondermiddel, maar het voorkomt wel dat ik in winterslaapmodus terechtkom, waar ik zo’n 18 uur per dag zou willen én kunnen dutten. Ja, letterlijk.
Dat dutten gaat overigens ook een stuk warmer sinds ik een elektrische deken heb. Ik heb er lang tegenaan gehikt omdat de bejaardheidsfactor nogal hoog ligt, maar heb bij nader inzien spijt dat ik het ding niet jaren eerder gekocht heb. Overigens gebruik ik hem slechts om mijn bed op te warmen en laat ik hem niet de hele nacht aanstaan, anders schiet ik alsnog in de winterslaapmodus en dat zou redelijk contraproductief zijn.
Om mezelf eenmaal uit bed overeind te houden en voort te sturen, drink ik thee. Heel veel thee. Vanwege de bloeddruksores moet ik me verre houden van zoethout-bevattende theemelanges (lees: bijna elke theemelange), dus beperk ik me tot het uittesten van elke mogelijke muntthee variant die er op de markt is. Mijn favoriet op het moment is Pukka three mint, die toevallig ook erg sjeun verpakt is. Dit in het kader van “het oog wil ook wat”.
Over ogen, oren en vingers gesproken: ik heb standaard mijn handschoenen en oorwarmers in mijn tas zitten, evenals een paar lange beenwarmers. Ook ben ik na jaren sokloosheid overstag gegaan voor de bamboesok. Ze slijten helaas als een malle, maar zijn wel heerlijk warm, zacht en niet-klef zolang ze het doen.
Voor de dagen waarop je van naar buiten kijken al last krijgt van vriesdroogplekken, kan ik de thermokleding van de Action aanraden. Kost geen derrière en werkt toch. Om daadwerkelijke vriesdroogplekken op mijn snoet door gezichtscrèmes op waterbasis te voorkomen, gebruik ik gezichtsolie van Cattier. Dat is trouwens in elk seizoen een aanrader, mocht u nog zooi-vrije gezichtsverzorging zoeken.
Naast al deze gein mik ik dagelijks nog een reut vitaminepreparaten naar binnen om de gevolgen van mijn vegetarisme, glutenintolerantie en binnenzitterige bleekneusjespersoonlijkheid wat tegen te gaan, en schrans ik me door een boomgaard avocado’s heen. Dat laatste is overigens puur omdat ik ze lekker vind, niet omdat ze blijkbaar ~gezond~ verklaard zijn.
Zeu, dat was mijn lijstje wel zo’n beetje. Doet u ook dingen om de winter door te komen, of bent u juist een “Yay! Koek en zopie! Elfstedentocht! IJspegels aan mijn neus, fokjèh!”-type?
woensdag 19 november 2014
Vandaag even niet
Het plan was om vandaag een leutige protip-post te plaatsen over de dingen die ik doe om de winter te overleven. Toen keek ik eens naar mezelf en naar Clark en dacht ik: "Redelijk hypocrietjes, zo'n post op dit moment".
Want Clark is van "terugval niesziekte" via "het-is-waarschijnlijk-kanker-oh-nee-gelukkig-toch-slechts-een-rare-vetbult" naar "terugval niesziekte" gegaan in de afgelopen 4 weken, en ik ben na al dat gedoe, gemekker in het algemeen en in het bijzonder, en uiteraard mijn eigen gesterf de hele tijd ondertussen dusdanig fysiek/mentaal uitgeput en sikkeneurig dat ik vandaag bijna iemand een mail gestuurd heb met als tekst "Schuif die f*cking lijmstiften in uw aarsch", dus eh, nee.
~Artiste~ als ik ben, heb ik er voor mijn-perfecte-leven-op-Instagram een creatieve draai aan gegeven:
Artistiek, non?
Volgende week ben ik weer leuk, mensen. Echt waar.
woensdag 12 november 2014
Komjoenittie - Hoe kom je ervan af?
Disclaimer: gaat u er maar vanuit dat deze post niet over u gaat, zo pasgro ben ik nu ook weer niet. Mocht u desondanks tóch denken dat het over u gaat, tja, dan eh, iets met schoenen en aantrekken.
Hoewel de titel grotendeels een clickbait-y grap is en bovendien een referentie aan de vorige komjoenittie-post, zijn komjoenitties in mijn ervaring een beerput van extreem vermoeiend intermenselijk gezeik.
Ik heb in de afgelopen 20+ jaar deel uitgemaakt van diverse komjoenitties, in grootte variërend van 5 tot zo’n 20 mensen. In 99% van de gevallen ging het als volgt: een min of meer (sommige min, anderen meer) gemotiveerd clubje mensen dat iets gemeenschappelijk heeft, zoekt elkaar op met Een Doel. De eerste meeting is veelbelovend. Maar dan volgt er onherroepelijk een van deze twee scenario’s:
1) het hele clubje dondert na meeting twee als een kaartenhuis in elkaar en dat was het dan, op naar de volgende poging;
of
2) het suddert een poosje met wisselend succes door, waarna de nuttige (lees: actieve) mensen het zinkende schip verlaten en slechts de dode paarden (lees: mensen die zeggen van alles te willen en enthousiast lijken, maar als het puntje bij paaltje komt geen fuck doen) en de dode paarden-trekkers achterblijven. Het is dan afhankelijk van het uithoudingsvermogen van de dode paarden-trekkers hoe lang zo’n clubje nog bij elkaar blijft, en zeker als mensen nog jong en/of idealistisch zijn, kan dat nog best lang duren.
Elk van die komjoenitties had altijd een bepaald aantal ontwrichtende types binnen de gelederen. Hoewel sommige daarvan in elke groep voorkomen, zijn er een aantal specifiek (wannabe)schrijversclubjes-gerelateerd, want dat zijn de komjoenitties waarbinnen ik het grootst mogelijke nutteloze gezeik meegemaakt heb. Echt, met dansers had ik dit soort gemekker nooit, die hadden het te druk met dansen. En met hun eetstoornis. File under: dingen die geen grap zijn.
Maar goed, de types:
Natuurlijk zijn er ook nog de mensen die wél iets willen en wél iets doen. Deze mensen verdwijnen echter meestal vlotjes naar greener pastures (een wél functionerende komjoenittie?), en ik geef ze groot gelijk, want Koppijn komma Splijtende.
Ooit las ik “the difference between friends and community is that community is still there even after it decides it doesn’t like you as a person.” Een prachtige, zeer ware, definitie. Maar net als de schrijfster van die blogspost, heb ik daar geen trek meer in. Na 20+ jaar voornamelijk miskleunen heb ik er het geduld niet meer voor. Tijd ook niet meer trouwens: mijn gezondheid is niet al te best, ik word volgende maand al 39 en ik heb nog zat shit te doen.
Want het continu proberen komjoenitties op te starten kost bakken tijd en energie, met nul komma nul resultaat behalve @#$#@$ frustratie. Tijd en energie die (ziet u een thema?) ik beter in mijn eigen projecten kan steken. Ik ben er namelijk in de loop der jaren achter gekomen dat, uitzonderingen uiteraard daargelaten, DIY (= do it yourself) over het algemeen een gevalletje “do it alone” is.
En toch. Via social media krijg ik met enige regelmaat kijkjes in het leven van anderen die het blijkbaar wél voor elkaar krijgen om een komjoenittie te vinden/samen te stellen van mensen die wél productief zijn en die elkaar wél wederzijds steunen. Ik vraag mij af: hoe krijgen ze dit op “organische” wijze voor elkaar?
Of is dat het hem nou juist, dat het NIET organisch is, dat ze een ballotage hebben? Dat dat verklaart hoe ze een groep van 4 – 5 mensen bij elkaar krijgen waarbij iedereen daadwerkelijk iets doet en waarbij er wederzijdse waardering is, zelfs als men binnen heel verschillende genres of soms zelfs disciplines werkt?
Een groep zonder blaasbalgen, aasgieren, regelneven, talentloze-niet-tegen-kritiek-kunnende-“artistiekelingen”, hufters, half-dode paarden waar je nodeloos lang aan blijft trekken, en natuurlijk zonder de mensen die nog te belazerd zijn om hun tekstje hardop aan zichzelf voor te lezen en daarom gebroddel inleveren waar je als editor twee keer zo lang aan edit dan dat zij er ooit aan geschreven hebben?
Kan dit? Is zo’n komjoenittie mogelijk? En zo ja, hoe kom je tot zo’n groep, hoe filter je prie-emptiflie de ongewenste elementen uit? Hoeveel kikkers moet je kussen voordat je een klein clubje mensen hebt waarbij de neuzen dezelfde kant op staan? Hoe krijg je dit voor elkaar zonder de tijd die je in je eigen werk moet steken dramatisch te kompromaaijsen?
Of heb ik toevallig ontzettend veel pech gehad met de clubjes waar ik in terecht kwam? Of ligt het gewoon aan mij? Is het iets typisch (wannabe)schrijver-gerelateerds? Is het misschien iets typisch Nederlands? Want het valt me op dat de mensen met een (schijnbaar?) functionele komjoenittie altijd Elders zitten, en niet hier in Nederland. Is dat toeval? Of is het allemaal gewoon weer een gevalletje Schijn gecombineerd met een gevalletje “het geregisseerde leven op het internet lijkt altijd charmant”, en heeft iedereen altijd en overal in meer of mindere mate gezeik met hun komjoenittie?
Antwoorden? Ervaringen? Herkenning? Meningen? Protips? Iemand? Help?
De reactiefunctie heeft wat kuren de laatste tijd, mocht u problemen ondervinden met het posten van uw comment, mailt u mij dan even op LogPoes@gmail.com?
Hoewel de titel grotendeels een clickbait-y grap is en bovendien een referentie aan de vorige komjoenittie-post, zijn komjoenitties in mijn ervaring een beerput van extreem vermoeiend intermenselijk gezeik.
Ik heb in de afgelopen 20+ jaar deel uitgemaakt van diverse komjoenitties, in grootte variërend van 5 tot zo’n 20 mensen. In 99% van de gevallen ging het als volgt: een min of meer (sommige min, anderen meer) gemotiveerd clubje mensen dat iets gemeenschappelijk heeft, zoekt elkaar op met Een Doel. De eerste meeting is veelbelovend. Maar dan volgt er onherroepelijk een van deze twee scenario’s:
1) het hele clubje dondert na meeting twee als een kaartenhuis in elkaar en dat was het dan, op naar de volgende poging;
of
2) het suddert een poosje met wisselend succes door, waarna de nuttige (lees: actieve) mensen het zinkende schip verlaten en slechts de dode paarden (lees: mensen die zeggen van alles te willen en enthousiast lijken, maar als het puntje bij paaltje komt geen fuck doen) en de dode paarden-trekkers achterblijven. Het is dan afhankelijk van het uithoudingsvermogen van de dode paarden-trekkers hoe lang zo’n clubje nog bij elkaar blijft, en zeker als mensen nog jong en/of idealistisch zijn, kan dat nog best lang duren.
Elk van die komjoenitties had altijd een bepaald aantal ontwrichtende types binnen de gelederen. Hoewel sommige daarvan in elke groep voorkomen, zijn er een aantal specifiek (wannabe)schrijversclubjes-gerelateerd, want dat zijn de komjoenitties waarbinnen ik het grootst mogelijke nutteloze gezeik meegemaakt heb. Echt, met dansers had ik dit soort gemekker nooit, die hadden het te druk met dansen. En met hun eetstoornis. File under: dingen die geen grap zijn.
Maar goed, de types:
- De Regelneef-types die geen deel uitmaken van de organisatie, maar desondanks direct de hele zooi overnemen en naar hun hand proberen te zetten, terwijl niemand daarop zit te wachten;
- De Blaasbalgen die binnen 5 minuten verkondigen dat zij Echte Schrijvers zijn. Vaak zijn ze minder gaan werken of hebben ze hun baan zelfs opgezegd om aan hun roman (altijd weer die #$@#$@ roman)
te gaan werken. De kaft van hun boek hebben ze al laten ontwerpen, ze gaan “Zeker weten!” de filmrechten verkopen en weten al precies welke acteur welk karakter moet gaan spelen (alsof je daar als auteur ENIGE invloed op hebt) en oh ja, het is, natuurlijk, uiteraard, een trilogie.
Ik geef het toe, de eerste keer dat ik zo’n type tegenkwam was ook ik bruut onder de indruk. Bij nacheck 10 jaar later echter blijkt boek 1 nog steeds niet af. Heel eerlijk gezegd zou het me niets verbazen als Pietje (niet Pietje’s echte naam) eigenlijk nooit aan boek 1 begonnen is, maar uiteraard wel nog steeds zijn blaat blaasbalgt in diverse schrijfgroepjes in Amsterdam en omstreken; - De Aasgieren, die een komjoenittie slechts zien als een afzetmarkt en een plek om je te profileren. Die geen enkele interesse tonen voor de mensen om zich heen, behalve voor de Blaasbalgen, waarvan ze denken dat die “beter” zijn dan zij en waarvan ze hopen dat die ze vooruit zullen helpen. Iedereen die geen Blaasbalg is, wordt, ongeacht wie ze zijn en wat ze doen, volautomatisch gedegradeerd tot dom klootjesvolk dat alleen geschikt is als klapvee.
Voorbeeldje: de Aasgieren laten op semi-agressieve wijze weten te verwachten dat ik voor 20+ euro hun ongeedite woordenbrij aanschaf, maar zijn zelf zéker niet van plan om ook maar twee pleuri mijn kant op te dirigeren voor een van mijn zines. Dan is het plots stiiil aan de overkant.
Dit zijn ook de types die denken dat een komjoenittie een nutsvoorziening is, iets wat door anderen in stand gehouden wordt en waar ze dan tig jaar later, als ze weer eens wat te slijten hebben, weer bij aan kunnen haken. Om dan enorm verbaasd te zijn dat dat zo niet werkt; - De types die om “ongezouten kritiek” vragen, maar bij de eerste vriendelijke constructieve opmerking al tegen het plafond slaan en beginnen te jammeren over artistic integrity. Tuurlijk joh, onbegrijpelijk non sequitur gebrabbel in Dunglish, vol dubbele spaties, gebrekkige grammatica en knoerten van spelfouten is heel artistiek.
En dan dat eeuwige “Ik kan me het best in het Engels uitdrukken” – Als je daadwerkelijk denkt je het best te kunnen uitdrukken in een taal die je overduidelijk zelfs niet op basisniveau beheerst, moet je misschien maar gewoon je kop houden. Nee, soms ben ik niet aardig; - De Hufter (m/v/anders: [vul in]) waar iedereen acuut een hekel aan heeft, maar waar niemand “Rot op!” tegen durft te zeggen. Echt, als er ooit een moment was om die sketch van Hans Teeuwen over “mijn vrienden zijn naar een ander café gegaan, maar nu willen ze me niet zeggen waar dat is” in praktijk te brengen, dan zou dit het zijn. Maar dat gebeurt dus nooit, gek genoeg.
Natuurlijk zijn er ook nog de mensen die wél iets willen en wél iets doen. Deze mensen verdwijnen echter meestal vlotjes naar greener pastures (een wél functionerende komjoenittie?), en ik geef ze groot gelijk, want Koppijn komma Splijtende.
Ooit las ik “the difference between friends and community is that community is still there even after it decides it doesn’t like you as a person.” Een prachtige, zeer ware, definitie. Maar net als de schrijfster van die blogspost, heb ik daar geen trek meer in. Na 20+ jaar voornamelijk miskleunen heb ik er het geduld niet meer voor. Tijd ook niet meer trouwens: mijn gezondheid is niet al te best, ik word volgende maand al 39 en ik heb nog zat shit te doen.
Want het continu proberen komjoenitties op te starten kost bakken tijd en energie, met nul komma nul resultaat behalve @#$#@$ frustratie. Tijd en energie die (ziet u een thema?) ik beter in mijn eigen projecten kan steken. Ik ben er namelijk in de loop der jaren achter gekomen dat, uitzonderingen uiteraard daargelaten, DIY (= do it yourself) over het algemeen een gevalletje “do it alone” is.
En toch. Via social media krijg ik met enige regelmaat kijkjes in het leven van anderen die het blijkbaar wél voor elkaar krijgen om een komjoenittie te vinden/samen te stellen van mensen die wél productief zijn en die elkaar wél wederzijds steunen. Ik vraag mij af: hoe krijgen ze dit op “organische” wijze voor elkaar?
Of is dat het hem nou juist, dat het NIET organisch is, dat ze een ballotage hebben? Dat dat verklaart hoe ze een groep van 4 – 5 mensen bij elkaar krijgen waarbij iedereen daadwerkelijk iets doet en waarbij er wederzijdse waardering is, zelfs als men binnen heel verschillende genres of soms zelfs disciplines werkt?
Een groep zonder blaasbalgen, aasgieren, regelneven, talentloze-niet-tegen-kritiek-kunnende-“artistiekelingen”, hufters, half-dode paarden waar je nodeloos lang aan blijft trekken, en natuurlijk zonder de mensen die nog te belazerd zijn om hun tekstje hardop aan zichzelf voor te lezen en daarom gebroddel inleveren waar je als editor twee keer zo lang aan edit dan dat zij er ooit aan geschreven hebben?
Kan dit? Is zo’n komjoenittie mogelijk? En zo ja, hoe kom je tot zo’n groep, hoe filter je prie-emptiflie de ongewenste elementen uit? Hoeveel kikkers moet je kussen voordat je een klein clubje mensen hebt waarbij de neuzen dezelfde kant op staan? Hoe krijg je dit voor elkaar zonder de tijd die je in je eigen werk moet steken dramatisch te kompromaaijsen?
Of heb ik toevallig ontzettend veel pech gehad met de clubjes waar ik in terecht kwam? Of ligt het gewoon aan mij? Is het iets typisch (wannabe)schrijver-gerelateerds? Is het misschien iets typisch Nederlands? Want het valt me op dat de mensen met een (schijnbaar?) functionele komjoenittie altijd Elders zitten, en niet hier in Nederland. Is dat toeval? Of is het allemaal gewoon weer een gevalletje Schijn gecombineerd met een gevalletje “het geregisseerde leven op het internet lijkt altijd charmant”, en heeft iedereen altijd en overal in meer of mindere mate gezeik met hun komjoenittie?
Antwoorden? Ervaringen? Herkenning? Meningen? Protips? Iemand? Help?
De reactiefunctie heeft wat kuren de laatste tijd, mocht u problemen ondervinden met het posten van uw comment, mailt u mij dan even op LogPoes@gmail.com?
woensdag 5 november 2014
Zeemeeuw
Eerder vanavond voerden The Big Kahuna en ik een gesprek over grime, make up en het verschil tussen theater en ballet. Mijn punt was dat toneelspelers vaak opgemaakt worden, terwijl dansers altijd de pineut zijn en hun eigen snoet moeten volsmeren en hoe oneerlijk dat eigenlijk is.
The Big Kahuna: “Ja, maar dat komt omdat acteurs soms binnen een stuk ouder worden of er heel anders uit moeten zien, en dat is vaak complex grimewerk.”
LP: “Ja ok, bij het Theater van de Lach misschien, ik had het over serieus theater. Ik bedoel, er komt weinig professioneel grimewerk te pas bij De Postduif van Tsjechov en toch hoeven de acteurs zichzelf niet op te maken.”
TBK, bulderend van de lach: “DE POSTDUIF!?”
LP: “Postduif, Zeemeeuw, whatever. Zo’n vogel.”
The Big Kahuna: “Ja, maar dat komt omdat acteurs soms binnen een stuk ouder worden of er heel anders uit moeten zien, en dat is vaak complex grimewerk.”
LP: “Ja ok, bij het Theater van de Lach misschien, ik had het over serieus theater. Ik bedoel, er komt weinig professioneel grimewerk te pas bij De Postduif van Tsjechov en toch hoeven de acteurs zichzelf niet op te maken.”
TBK, bulderend van de lach: “DE POSTDUIF!?”
LP: “Postduif, Zeemeeuw, whatever. Zo’n vogel.”
woensdag 29 oktober 2014
#Blogestafette 2014
Jawel peeps, na 12 jaar, 2 maanden en 13 dagen bloggen gebeurde het dan eindelijk: ik kreeg van Esther een stokje toegeworpen! Een stokje! Iets wat zo old school is, dat het weer hip is blijkbaar! Er werden 5 ontboezemingen van me verwacht. Geheel verheugd sloeg ik druk aan het nadenken: 5 dingen die u nog niet van me weet. Tja, dat viel behoorlijk tegen. Ik blog al zo lang dat alles wat ik met de wereld wil delen al wel voorbijgekomen is, en de dingen die ik niet wil delen, die eh, wil ik niet delen.
Na veel gepieker en zelfs Navraag In Besloten Kring, kwam ik uiteindelijk op de volgende 5:
Dus ik doe het anders: als u dit leest én een blog heeft én zin heeft om dit stokje over te nemen, dan reik ik het u bij deze aan:
Ik ben hoogst benieuwd! Laat u het even weten als u hem gedaan heeft? Dan kom ik buurten.
Na veel gepieker en zelfs Navraag In Besloten Kring, kwam ik uiteindelijk op de volgende 5:
- Aangezien ik nogal visueel ingesteld ben, was het eerste wat bij mij opkwam bij het woord ‘ontboezeming’ dat ik inderdaad ergens in de prehistorie een borstverkleining ondergaan heb. Uiteraard lag ik na deze realisatie een kwartier lang op de vloer van het lachen. Wat betreft de operatie: hoewel ik me niet kan heugen ooit zo gruwelijk doodsbang te zijn geweest als tijdens het omkleden voordat ik naar de o.k. ging, heb ik er nooit een seconde spijt van gehad en raad ik iedereen in dezelfde omstandigheden aan om het te doen. Plastisch chirurgie = a-ok by me. Natuurlijk is het geen wenkbrauwen epileren en lost het niet al je sores op, maar het leven is té kort om je
dagelijks van ellende letterlijk van het dak te willen stortenin je fysieke en mentale functioneren te moeten laten beperken door iets waar iets aan gedaan kan worden. - De tweede is een beetje een halve, want ik heb het er wel eens vaker over gehad, maar aangezien het “LP is zo’n vlotte, spontane meid!” een hardnekkig misverstand blijft, gooi ik hem er toch maar in: weinig aan mij is écht spontaan. Hier en daar een waterfonteinpost daargelaten, zijn mijn blogstukken 99% van de tijd uitgebreid gebrainstormd, maanden gerijpt en uitvoerig geëdit. Deze post over niet-schrijvende schrijvers? Daar ben ik in april 2014 mee begonnen en volgens de teller heb ik hem maar liefst 189 keer bewerkt. Nu waren de laatste 20 bewerkingen waarschijnlijk van het kaliber “verwijderen van een spatie” of “daar moet nog een ‘s’ tussen”, maar feit is dat er flink aan getimmerd is.
Hetzelfde geldt ook voor “ik IRL”: als tiener heb ik jarenlang voor de spiegel geoefend om “lekker spontaan en ad rem” over te komen, en nog steeds oefen ik potentieel moeizame gesprekken hardop met mezelf. Hoewel dit handig is gebleken in De Maatschappij, waar weinig ruimte is voor rustige, stille mensen, heeft het er ook voor gezorgd dat er een duidelijk (en als mensen eenmaal de “publieke versie” van me kennen, onoverbrugbaar) verschil is tussen “wie ik ben in de wereld” en “wie ik ben als ik alleen ben”. Dat vind ik bij vlagen jammer. - Mijn grootste, en eigenlijk ook enige, talent is “making it look easy for the people”: de indruk wekken dat alles wat ik doe, me moeiteloos en soepeltjes afgaat. In werkelijkheid kost alles wat ik doe mij ontzettend veel moeite, er is werkelijk niets wat mij makkelijk afgaat. Wel ben ik gezegend (een zogenaamde mixed blessing noemt men dat) met een “ik beuk me met blote handen een weg door 50 cm gewapend beton, welnee, dat doet geen pijn”-discipline, waardoor ik uiteindelijk dingen wel voor elkaar krijg. Over wat dat mij tot nu toe op zowel korte als lange termijn gekost heeft, kan ik
een romaneen boek schrijven, maar helaas heb ik tot nu toe geen andere manier ontdekt om mijn leven door te komen. - In dezelfde lijn: in tegenstelling tot wat mensen om voor mij vrij onduidelijke redenen schijnen te denken, heb ik nooit hoog (laat staan adembenemend hoog, maar dank je voor het compliment, Esther :-D) gescoord op een IQ test. Ook ben ik nooit hoogbegaafd verklaard. Nu heb ik ook altijd geweigerd me te laten testen, mijn leven is namelijk al meer dan genoeg door cijfertjes en andermens’ mening over mij beheerst en bepaald. Op AD(H)D ben ik wél getest, en dat schijn ik officieel dan weer ni… hey! Kijk! Een dikke pollewukwoerts!
- Als ik (over)vermoeid ben, kijk ik scheel. En niet zo’n beetje ook. Ik rock de Schele Simon Realness echt keihard. Gek genoeg is dat, samen met het hautaine, ancien riche deel van mijn persoonlijkheid, mijn enige afwijking waar ik géén issues mee heb: ik vind het wel hilarisch eigenlijk. Wat ik nóg hilarischer vind, is hoe mensen op mijn scheelheid reageren. “Nee hoor, valt reuze mee” hoor ik op momenten dat mijn rechter oog in mijn binnenste ooghoek vertoeft terwijl mijn linker oog rechtuit kijkt. Wat weer bewijst dat andere mensen soms best aardig zijn.
Dus ik doe het anders: als u dit leest én een blog heeft én zin heeft om dit stokje over te nemen, dan reik ik het u bij deze aan:
Ik ben hoogst benieuwd! Laat u het even weten als u hem gedaan heeft? Dan kom ik buurten.
woensdag 22 oktober 2014
Waai
Gisteravond was ik weer eens ergens in the middle of nowhere op weg naar een tentamen, onderwijl telefonerend met The Big Kahuna. Toen ik de tram uitstapte en in de richting van de tentamenzaal liep, bleek dat het mwah-weer zich ondertussen ontwikkeld had tot een heuse storm. Terwijl ik bijna omver geblazen werd, ontspon zich het volgende gesprek:
The Big Kahuna: “Wat is dat voor geluid?!
LogPoes: “Da’s de wind!”
TBK: “Ja, maar ik dacht dat ik ook een paard hoorde hinniken?”
LP: “Nee, da’s mijn haar. Hoor de weave waait van mijn harses…”
TBK: *BRUL* :-D
Ik heb hem overigens op weten te houden.
The Big Kahuna: “Wat is dat voor geluid?!
LogPoes: “Da’s de wind!”
TBK: “Ja, maar ik dacht dat ik ook een paard hoorde hinniken?”
LP: “Nee, da’s mijn haar. Hoor de weave waait van mijn harses…”
TBK: *BRUL* :-D
Ik heb hem overigens op weten te houden.
woensdag 15 oktober 2014
De niet schrijvende schrijver
In mijn blogpost over de afspreekmalaise kondigde ik het al aan: een blogpost over mensen die zich schrijver wanen, en al honderd jaar overal verkondigen “bezig te zijn met een roman”, zonder ooit een letter op papier te hebben gezet. Nu is dat op zich niets nieuws, dit soort mensen kom ik (helaas) mijn hele leven al tegen, maar de mate waarin ik ze in de afgelopen jaren tegenkom is werkelijk ex-po-nen-tieel toegenomen.
Vroegâh waren het vooral mannen die dit soort geblaat blaatten, maar zoals ik ook steeds vaker vrouwen tegenkom die mansplainen (geweldig artikel, absoluut lezen!), kom ik ook steeds vaker vrouwen tegen die blaten over hun “roman”. *roept luid: “DAT is niet de bedoeling van het feminisme, mensen!”*
Wacht, ik zeg het verkeerd: ze blaten niet over hun roman, ze blaten over dat ze “een roman gaan schrijven”. Operative word: gaan. Als je dan doorvraagt, blijkt dat de schrijver in kwestie nog geen aantekening op papier heeft gezet, niet eens losjes research heeft gedaan en eigenlijk ook geen enkel idee heeft van een verhaal. Als je dan vraagt wat ze verder schrijven of geschreven hebben, dan blijkt dat niets te zijn. Nul komma nul, nada. Schrijvers die niet schrijven en ook nooit geschreven hebben. Hoogst interessant.
Overigens is mijn definitie van schrijver helemaal niet strikt: als je met enige regelmaat schrijft, ben je schrijver. Ja, ook als dat poëtische boodschappenbriefjes zijn, ik ben niet zo moeilijk. Het is ook niet dat ik vind dat “schrijver” een beschermde titel moet worden, mensen mogen lekker claimen wat ze willen, maar ik vind het gewoon vreemd. Waarom zou je iets willen claimen wat op geen enkele wijze op je van toepassing is?
Blijkbaar is er iets specifieks aan “schrijver”, wat bijvoorbeeld “loodgieter” niet heeft. Want wees nou eerlijk: als u ooit in 2002 een keer een ringetje in uw kraan vervangen heeft, dan noemt u zich ook niet direct loodgieter, toch? Althans, ik ben nog nooit iemand tegengekomen die dat doet. Als je nooit danst, zelfs niet in je eentje in je woonkamer, dan noem je jezelf toch ook geen danser? Of wel? Ik bedoel, ik heb in 2008 in Madeira een uiterst steile bergwandeling gemaakt, moet ik nu “bergbeklimmer” aan mijn bio toevoegen? Nee toch?
Wat is er toch zo aantrekkelijk aan jezelf schrijver noemen? Is het de mythe van de getormenteerde artiest? Een vrijbrief om lekker stevig te zuipen? Staat het intellectueel? Scoor je makkelijker chickies (m/v/anders: [vul in])? Of snap ik gewoon niet hoe interessanterig uit je nek lopen zwammen in cafés werkt, en komt (geen van) mijn carrière(s) daarom al 20+ jaar niet van de grond? Kunt u om mijn fragiele ego te sparen niet collectief hard “Ja!” roepen nu? Dank u.
En nog even over die roman: waarom is het ALTIJD een roman? Het is nooit een kort verhaal, een blogpost, een zine, een poëziebundel, een filmscript, een toneelstuk, of een novelle. Altijd een roman. Alsof er geen enkele andere literaire vorm bestaat.
Waar dit soortposeurs types vroeger alleen in niet-schrijfgerelateerde omgevingen ergens aan de toog hun bla bla verspreidden, kom ik ze de laatste jaren zelfs tegen in (blijkbaar wannabe)schrijverscommunities. En dat is het punt waarop het voor mij stomvervelend wordt: ik ga naar zo’n bijeenkomst met een specifiek doel, namelijk medeschrijvers ontmoeten. Al die niet-schrijvende schrijvers zijn heus hartstikke aardige mensen, maar zo’n bijeenkomst schiet dan voor mij in ieder geval zijn doel volkomen voorbij. Ik ben er dan ook maar mee gekapt, met dit soort “schrijvers”bijeenkomsten, want kletsgesprekjes over alles behalve schrijven kan ik ook bij de bushalte voeren.
Over (het gezeik binnen) komjoenitties volgt volgende maand ergens een post, maar voor nu ben ik vooral benieuwd of u dit herkent? Bent u ook een schrijvende mens die continu niet-schrijvende schrijvers tegenkomt? Hoe gaat u daar (niet) mee om? Bent u misschien zelf een niet-schrijvende schrijver? Waarom claimt u iets te zijn wat u eigenlijk helemaal niet bent? Komt u soms ook wel eens op loodgieterconventies of trekt u daar een grens? Uiteraard zijn alle reacties en theorieën van iedereen welkom in het reactievak. Want zo all-inclusive ben ik dan ook wel weer.
Vroegâh waren het vooral mannen die dit soort geblaat blaatten, maar zoals ik ook steeds vaker vrouwen tegenkom die mansplainen (geweldig artikel, absoluut lezen!), kom ik ook steeds vaker vrouwen tegen die blaten over hun “roman”. *roept luid: “DAT is niet de bedoeling van het feminisme, mensen!”*
Wacht, ik zeg het verkeerd: ze blaten niet over hun roman, ze blaten over dat ze “een roman gaan schrijven”. Operative word: gaan. Als je dan doorvraagt, blijkt dat de schrijver in kwestie nog geen aantekening op papier heeft gezet, niet eens losjes research heeft gedaan en eigenlijk ook geen enkel idee heeft van een verhaal. Als je dan vraagt wat ze verder schrijven of geschreven hebben, dan blijkt dat niets te zijn. Nul komma nul, nada. Schrijvers die niet schrijven en ook nooit geschreven hebben. Hoogst interessant.
Overigens is mijn definitie van schrijver helemaal niet strikt: als je met enige regelmaat schrijft, ben je schrijver. Ja, ook als dat poëtische boodschappenbriefjes zijn, ik ben niet zo moeilijk. Het is ook niet dat ik vind dat “schrijver” een beschermde titel moet worden, mensen mogen lekker claimen wat ze willen, maar ik vind het gewoon vreemd. Waarom zou je iets willen claimen wat op geen enkele wijze op je van toepassing is?
Blijkbaar is er iets specifieks aan “schrijver”, wat bijvoorbeeld “loodgieter” niet heeft. Want wees nou eerlijk: als u ooit in 2002 een keer een ringetje in uw kraan vervangen heeft, dan noemt u zich ook niet direct loodgieter, toch? Althans, ik ben nog nooit iemand tegengekomen die dat doet. Als je nooit danst, zelfs niet in je eentje in je woonkamer, dan noem je jezelf toch ook geen danser? Of wel? Ik bedoel, ik heb in 2008 in Madeira een uiterst steile bergwandeling gemaakt, moet ik nu “bergbeklimmer” aan mijn bio toevoegen? Nee toch?
Wat is er toch zo aantrekkelijk aan jezelf schrijver noemen? Is het de mythe van de getormenteerde artiest? Een vrijbrief om lekker stevig te zuipen? Staat het intellectueel? Scoor je makkelijker chickies (m/v/anders: [vul in])? Of snap ik gewoon niet hoe interessanterig uit je nek lopen zwammen in cafés werkt, en komt (geen van) mijn carrière(s) daarom al 20+ jaar niet van de grond? Kunt u om mijn fragiele ego te sparen niet collectief hard “Ja!” roepen nu? Dank u.
En nog even over die roman: waarom is het ALTIJD een roman? Het is nooit een kort verhaal, een blogpost, een zine, een poëziebundel, een filmscript, een toneelstuk, of een novelle. Altijd een roman. Alsof er geen enkele andere literaire vorm bestaat.
Waar dit soort
Over (het gezeik binnen) komjoenitties volgt volgende maand ergens een post, maar voor nu ben ik vooral benieuwd of u dit herkent? Bent u ook een schrijvende mens die continu niet-schrijvende schrijvers tegenkomt? Hoe gaat u daar (niet) mee om? Bent u misschien zelf een niet-schrijvende schrijver? Waarom claimt u iets te zijn wat u eigenlijk helemaal niet bent? Komt u soms ook wel eens op loodgieterconventies of trekt u daar een grens? Uiteraard zijn alle reacties en theorieën van iedereen welkom in het reactievak. Want zo all-inclusive ben ik dan ook wel weer.
woensdag 8 oktober 2014
vrijdag 3 oktober 2014
LP Style zine!
Peeps! We hebben een zine! Het heet LP Style en gaat over, jawel, mijn style!
Ooit begonnen als een parodie op (met name) dat dodelijk saaie Style boek van Lauren Conrad, is het nu een verhaal over de ontwikkeling van mijnspecial snowflakeness persoonlijke stijl, met hier en daar een serieuze noot over hoe zaken als mijn chronische ziekte, allochtoon zijn (of ben ik tegenwoordig weer gewoon buitenlander?) en mijn wat oppositionele karakter daarop van invloed zijn (geweest).
Zoals u weet, ben ik nogal eens lang van stof: dit zine bevat dan ook een zine-in-zine getiteld “Story Time with LP” waarin ik vertel over mijn eerste tattoo en waarom ik altijd shorts draag. Geloof me, dat verhaal MAG u niet missen!
Het zine is verkrijgbaar voor 2 euro + verzendkosten (voor Nederland € 1,28, voor de rest van de wereld € 3,15) in mijn Etsy store, of door mij te mailen op LogPoes at gmail dot com.
Wilt u voortaan op de hoogte blijven van al mijn zinegerelateerde activité EN heeft u altijd al met The Big Kahuna op een lijst willen staan, dan is dit uw kans: ik heb sinds kort in het kader van de professionalisering (bwhahahaha!) een heuse mailing list: subscribe!
Klik voor groter!
Ooit begonnen als een parodie op (met name) dat dodelijk saaie Style boek van Lauren Conrad, is het nu een verhaal over de ontwikkeling van mijn
Zoals u weet, ben ik nogal eens lang van stof: dit zine bevat dan ook een zine-in-zine getiteld “Story Time with LP” waarin ik vertel over mijn eerste tattoo en waarom ik altijd shorts draag. Geloof me, dat verhaal MAG u niet missen!
Het zine is verkrijgbaar voor 2 euro + verzendkosten (voor Nederland € 1,28, voor de rest van de wereld € 3,15) in mijn Etsy store, of door mij te mailen op LogPoes at gmail dot com.
Wilt u voortaan op de hoogte blijven van al mijn zinegerelateerde activité EN heeft u altijd al met The Big Kahuna op een lijst willen staan, dan is dit uw kans: ik heb sinds kort in het kader van de professionalisering (bwhahahaha!) een heuse mailing list: subscribe!
woensdag 1 oktober 2014
Hoe een kat een aas vangt
Vorige week donderdag belde ik The Big Kahuna:
LogPoes: "Hey, aanstaande zaterdag is het Glamour Shopdag, is er misschien nog iets wat je nodig hebt?"
The Big Kahuna: "Nou nee, ik heb alles al. En jij bent toch uitgeaasd?"
LP: "Ja, dat is hem nou juist, ik herinnerde me plots dat ik nog een klein aasje had..."
TBK: "Oh?"
LP: "Ja, een ring. Wacht, ik stuur je de link wel even."
TBK: "Wel een mooie amethyst. Wat zijn die kleine schittersteentjes?"
LP: "Zirkonia's. Maar ja, hij is wel aan de prijs en ik weet niet zeker of er wel korting op is."
TBK babbelde verder over de ring, over wat voor weer het was en hoe het met Clark ging. Ondertussen toeterde de Megafooneekhoorn zo'n 50 keer achter elkaar: "VRAGEN! VOOR JE 70e VERJAARDAG! VRAGEN!" TBK en ik hebben namelijk een soort running gag/traditie dat als ik iets heel graag wil en het gebruikelijke "Ah toe!", "Yolo!" en "ik had het ook in mijn neus kunnen schuiven" niet werken, het altijd eindigt met dat het alvast een cadeau "voor mijn verjaardag" is. Ik geloof dat we bij mijn 58e verjaardag zijn gestopt met tellen. Ik hoorde het geroeptoeter van de eenhoorn even aan, en vroeg me af of ik dit kon maken. Nee, dat kon niet.
Op dat moment zei TBK, helemaal uit het niets: "Weet je wat? Dan krijg je hem voor je propedeuse!" Waarop ik er spontaan, vanuit mijn tenen uitflapte: "Sh*t, totally forgot to milk that one!" en wij beiden ongeveer van onze stoel pleurden van het lachen.
LogPoes: "Hey, aanstaande zaterdag is het Glamour Shopdag, is er misschien nog iets wat je nodig hebt?"
The Big Kahuna: "Nou nee, ik heb alles al. En jij bent toch uitgeaasd?"
LP: "Ja, dat is hem nou juist, ik herinnerde me plots dat ik nog een klein aasje had..."
TBK: "Oh?"
LP: "Ja, een ring. Wacht, ik stuur je de link wel even."
TBK: "Wel een mooie amethyst. Wat zijn die kleine schittersteentjes?"
LP: "Zirkonia's. Maar ja, hij is wel aan de prijs en ik weet niet zeker of er wel korting op is."
TBK babbelde verder over de ring, over wat voor weer het was en hoe het met Clark ging. Ondertussen toeterde de Megafooneekhoorn zo'n 50 keer achter elkaar: "VRAGEN! VOOR JE 70e VERJAARDAG! VRAGEN!" TBK en ik hebben namelijk een soort running gag/traditie dat als ik iets heel graag wil en het gebruikelijke "Ah toe!", "Yolo!" en "ik had het ook in mijn neus kunnen schuiven" niet werken, het altijd eindigt met dat het alvast een cadeau "voor mijn verjaardag" is. Ik geloof dat we bij mijn 58e verjaardag zijn gestopt met tellen. Ik hoorde het geroeptoeter van de eenhoorn even aan, en vroeg me af of ik dit kon maken. Nee, dat kon niet.
Op dat moment zei TBK, helemaal uit het niets: "Weet je wat? Dan krijg je hem voor je propedeuse!" Waarop ik er spontaan, vanuit mijn tenen uitflapte: "Sh*t, totally forgot to milk that one!" en wij beiden ongeveer van onze stoel pleurden van het lachen.
Sjeun ringetje, toch?
woensdag 24 september 2014
Boekbinden, zinemaken en houten letters
Aangezien ik de afgelopen week een zine van zo'n 5000 woorden geedit heb (ik ben een slome schrijver en een slome editor, dus dit was belachelijk snel voor mijn doen) en ik dat zine in de afgelopen twee dagen in zo'n 15 uur in elkaar geknippeplakt heb, terwijl natuurlijk de studie gewoon doordenderde, én ik ook nog twee dagen lang een boekbindcursus gevolgd heb, ben ik eh, nogal moe op het moment.
Van het zine, dat "LP Style, I look like this on purpose" heet (het is in het Engels) en gaat over, u raadt het nooit, het hoe en het waarom van mijn stijl, volgt tee zet tee natuurlijk een promopraatje met fotoset en een leutige link naar hoe u het kunt aanschaffen voor uw collectie.
Over het boekbindweekend heb ik op YourfriendLP geschreven, inclusief foto's van de twee(!) boeken die ik gemaakt heb: een boek voor het Sketchbook Project 2015 en een regenboogboek met wolkenkaftband. Beide met van die geweldig leuke ronde hoekjes. Hoewel, zijn het nog wel hoekjes als ze rond zijn? Nou ja, de randen dus. Die zijn rond. Daar werd ik extreem vrolijk van.
Voorspelbaar als ik ben, wil ik nu de rest van mijn leven alleen nog maar boeken maken. *hoort de StudievoortstuwEekhoorn "NAAA je studie!" roepen* De boekbindcursus werd overigens in een ruimte gegeven waar ook gezeef/diep/hoog- en andersdrukt wordt, speciaal voor de mensen die van houten lettertjes (groot en klein), drukpersen en toebehoren houden, staat er hier op Flickr een fotoset.
Voorspelbaar als ik ben, wil ik nu de rest van mijn leven alleen nog maar boeken maken. *hoort de StudievoortstuwEekhoorn "NAAA je studie!" roepen* De boekbindcursus werd overigens in een ruimte gegeven waar ook gezeef/diep/hoog- en andersdrukt wordt, speciaal voor de mensen die van houten lettertjes (groot en klein), drukpersen en toebehoren houden, staat er hier op Flickr een fotoset.
woensdag 17 september 2014
Afspreekmalaise
Jawel, lieve mensen, het is weer tijd voor een terugkerend thema hier op LogPoes: intermenselijk contact en het - voor mij onbegrijpelijke - nodeloze gezeik dat daar blijkbaar bij komt kijken. Vandaag wil ik het eens hebben over mensen en afspreken, want het volgende is me dit jaar nu al diverse keren overkomen:
Tijdens een bijeenkomst raak ik met iemand aan de praat. Want ondanks dat ik zowel extreem introvert als een ontiegelijke aso ben (en een special snowflake natuurlijk), ben ik prima in staat een gesprek te voeren als ik dan toch ergens Uithuizig ben. Tot zover bla bla gezellig. Na afloop zegt de ander “We moeten eens iets afspreken!” Hoewel zelfs ik weet dat “we moeten eens iets afspreken” tegenwoordig in 99,999% van de gevallen een idiomatische uitdrukking is die “ik vond het gezellig” betekent, wisselen we voor de vorm telefoonnummers uit.
Wat mij betreft zou deze schertsvertoning achterwege gelaten kunnen worden, want “Nog een fijne avond en wellicht tot ziens!” vind ik zelf een prima manier om afscheid te nemen van een nauwelijks-iets-meer-dan-volslagen-onbekende. Op dat moment echter “Nee joh, laat maar zitten dat nummer, want we gaan elkaar toch nooit bellen” zeggen vind ik dan weer te lomp.
Ik leef rustig verder, maar dan – bliep bliep – een berichtje. Of ik wil afspreken. Ok, dat had ik niet verwacht, maar eh, tja, prima. Ik bedoel, het vorige gesprek was best gezellig en waarom niet? Ik mag dan wel een aso zijn, maar ik wil niet elk contact bij voorbaat al dichttikken. Vrienden van nu waren ooit ook onbekenden tenslotte. Dus ik zeg “Prima! Waar zien we elkaar?”
En dan gaat het mis: het blijft maandenlang stil. Tegen de tijd dat ik er nauwelijks meer aan denk, stuurt diezelfde persoon, uit het niets en zonder enige uitleg of excuses, weer een afspraakverzoek. Waarna weer Totale Stilte volgt. Rinse, lather, repeat. Als er wél direct een tijd en locatie afgesproken wordt, wordt de afspraak vervolgens minstens 3 keer om allerlei kulredenen gerieskedjuult, en komt er uiteindelijk nooit van. En DAT, lieve mensen, vind ik nou gruwelijk irritant.
Ik vind het gruwelijk irritant dat ik voor Piet Snot tijd en ruimte in mijn hoofd en in mijn agenda inplan. Tijd en ruimte die ik ook aan andere mensen (inclusief mezelf) en andere dingen had kunnen besteden. Zo’n “afspraak” blijft maandenlang op stand by hangen. Lees: de Bufferzone-eekhoorn piept continu “Afspraak! Afspraak! Afspraak!” en dat vreet energie. Getuige dit filmpje ben ik overigens niet de enige die afspreekmalaise meemaakt en er zich wild aan ergert.
Daarbij komt dat ik me drie slagen in de rondte twijfel en weifel over op welk punt ik het moet afkappen: na de eerste verzetting? De derde? De vijfde? Wat is het protocol bij mensen die je nauwelijks kent? Hoeveel kansen moet je een nauwelijks-iets-meer-dan-volslagen-onbekende geven om tot één simpele theedrinkafspraak te komen? Een theedrinkafspraak waar ik tegen die tijd eigenlijk al lang geen trek meer in heb, want een moeizaam begin is in mijn ervaring misschien geen garantie voor, maar vaak wel een enorm goede indicatie van, een moeizaam vervolg van een contact. En ik ben ondertussen wel meer dan klaar met moeizame contacten.
Waarom zijn deze mensen niet in staat om hun afspraken met mij na te komen? Op hun werk/studie verschijnen ze wel op tijd en ook bij hun kapper of tandarts, want die brengen een niet nagekomen afspraak gewoon in rekening. En terecht.
“Je moet ook niet teveel verwachten van mensen” heb ik ooit gehoord. Mijn standaardantwoord daarop is: “Waarom eigenlijk niet?” Maar wise ass-ness aside, sinds wanneer is verwachten dat iemand zich aan door hunzelf geïnitieerde afspraken houdt, al “teveel verwachten”? Moet ik als iemand voorstelt om op dinsdag om 12:00 uur af te spreken, er maar meteen vanuit gaan dat die afspraak toch niet doorgaat? Dat is toch raar? Waarom maken deze mensen afspraken met mij als ze toch niet van plan zijn ze na te komen?
The Big Kahuna is ervan overtuigd dat dit mensen zijn die van hun therapeut de opdracht hebben gekregen een afpraakje te maken met een wildvreemde, en die vervolgens niet meer durven te gaan. Zelf vermoed ik dat het een combinatie is van onderstaande zaken:
Feit is, dat mijn irritatiegrens bereikt en overschreden is. Dus toen ik laatst op een ochtend weer eens een afspraak-verzet-berichtje van zo’n moeizamerd kreeg, kon ik de sarcastische pasgro niet langer onderdrukken: “Nee, sorry, dat gaat niet, want dan vertrek ik naar Barbados”. Ja, soms ben ik niet aardig. Uit het enthousiaste “Wat leuk en hoe lang?”-antwoord bleek dat de hint niet gevat werd. Helaas. Ik heb overigens wel ontzettend veel lol gehad met het uitgebreid researchen van alle ins en outs van Barbados, want da’s best een leutig eilandje. *roept “Clark, inpakken, we gaan verhuizen!”*
Mocht u dit soort gedrag herkennen en enig idee hebben waarom mensen dit doen, dan mag u dat in het reactievak mikken. Wilde theorieën over aliens en de Illuminati zijn uiteraard ook welkom, want hoe maller de thie-oh-rieh, hoe meer leut. :-D
Tijdens een bijeenkomst raak ik met iemand aan de praat. Want ondanks dat ik zowel extreem introvert als een ontiegelijke aso ben (en een special snowflake natuurlijk), ben ik prima in staat een gesprek te voeren als ik dan toch ergens Uithuizig ben. Tot zover bla bla gezellig. Na afloop zegt de ander “We moeten eens iets afspreken!” Hoewel zelfs ik weet dat “we moeten eens iets afspreken” tegenwoordig in 99,999% van de gevallen een idiomatische uitdrukking is die “ik vond het gezellig” betekent, wisselen we voor de vorm telefoonnummers uit.
Wat mij betreft zou deze schertsvertoning achterwege gelaten kunnen worden, want “Nog een fijne avond en wellicht tot ziens!” vind ik zelf een prima manier om afscheid te nemen van een nauwelijks-iets-meer-dan-volslagen-onbekende. Op dat moment echter “Nee joh, laat maar zitten dat nummer, want we gaan elkaar toch nooit bellen” zeggen vind ik dan weer te lomp.
Ik leef rustig verder, maar dan – bliep bliep – een berichtje. Of ik wil afspreken. Ok, dat had ik niet verwacht, maar eh, tja, prima. Ik bedoel, het vorige gesprek was best gezellig en waarom niet? Ik mag dan wel een aso zijn, maar ik wil niet elk contact bij voorbaat al dichttikken. Vrienden van nu waren ooit ook onbekenden tenslotte. Dus ik zeg “Prima! Waar zien we elkaar?”
En dan gaat het mis: het blijft maandenlang stil. Tegen de tijd dat ik er nauwelijks meer aan denk, stuurt diezelfde persoon, uit het niets en zonder enige uitleg of excuses, weer een afspraakverzoek. Waarna weer Totale Stilte volgt. Rinse, lather, repeat. Als er wél direct een tijd en locatie afgesproken wordt, wordt de afspraak vervolgens minstens 3 keer om allerlei kulredenen gerieskedjuult, en komt er uiteindelijk nooit van. En DAT, lieve mensen, vind ik nou gruwelijk irritant.
Ik vind het gruwelijk irritant dat ik voor Piet Snot tijd en ruimte in mijn hoofd en in mijn agenda inplan. Tijd en ruimte die ik ook aan andere mensen (inclusief mezelf) en andere dingen had kunnen besteden. Zo’n “afspraak” blijft maandenlang op stand by hangen. Lees: de Bufferzone-eekhoorn piept continu “Afspraak! Afspraak! Afspraak!” en dat vreet energie. Getuige dit filmpje ben ik overigens niet de enige die afspreekmalaise meemaakt en er zich wild aan ergert.
Daarbij komt dat ik me drie slagen in de rondte twijfel en weifel over op welk punt ik het moet afkappen: na de eerste verzetting? De derde? De vijfde? Wat is het protocol bij mensen die je nauwelijks kent? Hoeveel kansen moet je een nauwelijks-iets-meer-dan-volslagen-onbekende geven om tot één simpele theedrinkafspraak te komen? Een theedrinkafspraak waar ik tegen die tijd eigenlijk al lang geen trek meer in heb, want een moeizaam begin is in mijn ervaring misschien geen garantie voor, maar vaak wel een enorm goede indicatie van, een moeizaam vervolg van een contact. En ik ben ondertussen wel meer dan klaar met moeizame contacten.
“Je moet ook niet teveel verwachten van mensen” heb ik ooit gehoord. Mijn standaardantwoord daarop is: “Waarom eigenlijk niet?” Maar wise ass-ness aside, sinds wanneer is verwachten dat iemand zich aan door hunzelf geïnitieerde afspraken houdt, al “teveel verwachten”? Moet ik als iemand voorstelt om op dinsdag om 12:00 uur af te spreken, er maar meteen vanuit gaan dat die afspraak toch niet doorgaat? Dat is toch raar? Waarom maken deze mensen afspraken met mij als ze toch niet van plan zijn ze na te komen?
The Big Kahuna is ervan overtuigd dat dit mensen zijn die van hun therapeut de opdracht hebben gekregen een afpraakje te maken met een wildvreemde, en die vervolgens niet meer durven te gaan. Zelf vermoed ik dat het een combinatie is van onderstaande zaken:
- FOMO. Alle opties open willen houden en op het laatste moment toch andere prioriteiten stellen;
- Een overvol schema hebben en/of niet kunnen plannen;
- Het goeie oude “het idee/concept leuker vinden dan de daadwerkelijke uitvoering”. U weet wel, net als al die mensen die zich schrijver wanen, en al honderd jaar overal verkondigen “bezig te zijn met een roman” zonder ooit een letter op papier te hebben gezet. Maar dat is voer voor een andere blogpost.
Feit is, dat mijn irritatiegrens bereikt en overschreden is. Dus toen ik laatst op een ochtend weer eens een afspraak-verzet-berichtje van zo’n moeizamerd kreeg, kon ik de sarcastische pasgro niet langer onderdrukken: “Nee, sorry, dat gaat niet, want dan vertrek ik naar Barbados”. Ja, soms ben ik niet aardig. Uit het enthousiaste “Wat leuk en hoe lang?”-antwoord bleek dat de hint niet gevat werd. Helaas. Ik heb overigens wel ontzettend veel lol gehad met het uitgebreid researchen van alle ins en outs van Barbados, want da’s best een leutig eilandje. *roept “Clark, inpakken, we gaan verhuizen!”*
Mocht u dit soort gedrag herkennen en enig idee hebben waarom mensen dit doen, dan mag u dat in het reactievak mikken. Wilde theorieën over aliens en de Illuminati zijn uiteraard ook welkom, want hoe maller de thie-oh-rieh, hoe meer leut. :-D
vrijdag 12 september 2014
Kampergevoelie
Herinnert u zich mijn kampergevoelie nog? Dat hij het na een jaar of 10 eindelijk besloot wat groene blaadjes te gaan krijgen, was al een mirakel, maar dat hij spontaan wel 4(!) hele bloemen besloot te ontwikkelen, verdiende een tussendoorpost mét foto hier op LogPoes:
woensdag 10 september 2014
Scherp
Eind vorige week was ik bij de huisarts voor het verwijderen van een Mal Bultje (= officiële medische term). Aangezien het een geheel ongevaarlijk bultje was, zou ze het bevriezen en vervolgens weglepelen. Nee, dat doet geen pijn.
Even wat backstory voor de duidelijkheid: mijn huisarts en ik hebben een wat onconventionele relatie. Omdat ik haar in sommige periodes met uitzonderlijk grote regelmaat zie en ik niet alleen een zebra ben, maar ook een behoorlijke kennis van geneeskunde heb, is het meer een "Kom, hoe gaan we dit samen aanpakken" dan een "dokter zegt, patiënt doet"-relatie.
En zo gebeurde het dat Dokter (want zo noem ik haar) en ik de hele, recent heringerichte, kleine ingrepenkamer doorzochten in onze queeste naar de lepels. We vonden infuusnaalden, hechtdraad, schwab-stokjes, kartonnen bakjes (van die grijze), gaasjes in 30 verschillende formaten, Leukopor/plast/silk, maar geen lepels. Ze lagen niet bij de scalpels en ook niet in het blauwe bakje waar ze vroeger blijkbaar in lagen. We gingen elke mogelijke lade in de kamer af, sommige zelfs meerdere keren, maar hier geen lepel, daar geen lepel, nergens een lepel.
Uiteindelijk zag Dokter zich genoodzaakt haar collega uit zijn spreekuur te bellen om te vragen of hij kon laten zien waar die !@##@#$% lepels in !#@@#$naam lagen. Hij stormde binnen, wees naar een lade die we beiden twee keer doorzocht hadden en stormde weer naar buiten. Wij keken eens goed naar de sticker:
Oeps. :-D
maandag 8 september 2014
Gefröbel achter de schermen
Ik ben wat dingen aan het aanpassen hier op LogPoes, waaronder het gevolgd kunnen worden via Bloglovin', voor de mensen die willen volgen via Bloglovin':
Follow my blog with Bloglovin
De "reguliere" LogPoesPost volgt uiteraard op woensdag! :-)
Follow my blog with Bloglovin
De "reguliere" LogPoesPost volgt uiteraard op woensdag! :-)
woensdag 3 september 2014
De Aas
Hoewel de dagen van mijn hardcore shopverslaving gelukkig achter me liggen*, heb ik van tijd tot tijd nog wel eens last van De Aas. Ik zie iets en voel dan vanuit mijn tenen een golf van poink opkomen, terwijl de 'Hebbuh!'-eekhoorn in mijn hoofd steeds luider "Hebbuh! Hebbuh! Hebbuh!" roept. Zie daar maar eens weerstand aan te bieden, zeker nadat de Megafoon-eekhoorn besluit mee te doen.
Anders dan in de situaties waarbij ik "Oh, dat is wel leuk" denk, is het in het geval van De Aas zo, dat ik als ik het ding niet koop, ik er foreverandeverandeverandevaaaaaaaaaaah aan zal blijven denken. Zo denk ik nog met enige regelmaat aan die Roze Panter-lamp uit Luxemburg (1990) en Die Jurk Met Die Strik uit Maastricht (1993). Als u plots denkt een orkaan te horen, dan is dat TBK die dit leest en heel, héél diep zucht.
Het feit dat dit de enige twee dingen zijn waar ik op aasde, en die ik niet gekocht/gekregen heb, bewijst twee dingen: 1) ik heb slechts zelden last van De Aas (hooguit 1x per jaar) en 2) ik ben een verwend kreng. En nee, dat is niet mjoetjuwullie ekskloesif, zoals we dat zo mooi in het Amsterdams zeggen.
Overigens is het wel zo, dat ALS ik het geaasde eenmaal heb, ik er ook dolgelukkig mee ben en blijf. Zo kijk ik elke dag vertederd naar mijn blauwe stoel (maar da's ook een beetje omdat Clark daar meestal op ligt) en gebruik ik mijn rijstkoker meerdere keren per week.
Dit jaar blijkt een uitstekend jaar te zijn wat aasobjectmaterialisatie: zoals u weet, heb ik recent na langdurige aas die roze schoenen aangeschaft. Ondanks dat ik 1 volle dag dragen moet bekopen met 1 week zere voeten, brengen die echt hardcore de levensvreugd. Zo erg zelfs, dat ik mijn jacht op een al twee jaar uitverkocht, limited edition object dat bij tijd en wijle op Ebay voor werkelijk ABSURDE prijzen aangeboden wordt, wilde staken. Want hoe groot is de kans dat iemand het ding plots NIET voor 8x de verkoopprijs aanbiedt en ik heb de schoenen al en ik word verdorie 39 en "Hup! Volwassen!". Om het af te leren checkte ik nog 1 keer Marktplaats. U voelt hem al, toch?
Aanschouwt de MMM x HM candy wrapper clutch:
* Protip: gederfde levensvreugd proberen te compenseren door spullies te kopen leidt niet tot meer levensvreugd, maar wel tot een bomvol huis dat je vervolgens jarenlang moet ontzooien.
Anders dan in de situaties waarbij ik "Oh, dat is wel leuk" denk, is het in het geval van De Aas zo, dat ik als ik het ding niet koop, ik er foreverandeverandeverandevaaaaaaaaaaah aan zal blijven denken. Zo denk ik nog met enige regelmaat aan die Roze Panter-lamp uit Luxemburg (1990) en Die Jurk Met Die Strik uit Maastricht (1993). Als u plots denkt een orkaan te horen, dan is dat TBK die dit leest en heel, héél diep zucht.
Het feit dat dit de enige twee dingen zijn waar ik op aasde, en die ik niet gekocht/gekregen heb, bewijst twee dingen: 1) ik heb slechts zelden last van De Aas (hooguit 1x per jaar) en 2) ik ben een verwend kreng. En nee, dat is niet mjoetjuwullie ekskloesif, zoals we dat zo mooi in het Amsterdams zeggen.
Overigens is het wel zo, dat ALS ik het geaasde eenmaal heb, ik er ook dolgelukkig mee ben en blijf. Zo kijk ik elke dag vertederd naar mijn blauwe stoel (maar da's ook een beetje omdat Clark daar meestal op ligt) en gebruik ik mijn rijstkoker meerdere keren per week.
Dit jaar blijkt een uitstekend jaar te zijn wat aasobjectmaterialisatie: zoals u weet, heb ik recent na langdurige aas die roze schoenen aangeschaft. Ondanks dat ik 1 volle dag dragen moet bekopen met 1 week zere voeten, brengen die echt hardcore de levensvreugd. Zo erg zelfs, dat ik mijn jacht op een al twee jaar uitverkocht, limited edition object dat bij tijd en wijle op Ebay voor werkelijk ABSURDE prijzen aangeboden wordt, wilde staken. Want hoe groot is de kans dat iemand het ding plots NIET voor 8x de verkoopprijs aanbiedt en ik heb de schoenen al en ik word verdorie 39 en "Hup! Volwassen!". Om het af te leren checkte ik nog 1 keer Marktplaats. U voelt hem al, toch?
Aanschouwt de MMM x HM candy wrapper clutch:
Hoe briljant? Zo briljant.
Ik ken mezelf en weet heus wel dat De Aas op een gegeven moment weer opplopt, maar op dit moment is er dus he-le-maal niets waar ik op aas. En dat voelt best lekker eigenlijjk. :-D
* Protip: gederfde levensvreugd proberen te compenseren door spullies te kopen leidt niet tot meer levensvreugd, maar wel tot een bomvol huis dat je vervolgens jarenlang moet ontzooien.
zaterdag 30 augustus 2014
Summer Bloggin' Dag 61: Afsluiting en huishoudelijkheden
Ja peeps, dit is alweer de laatste LogPoes entry voor Summer Bloggin’ 2014! Maandag begint het hele circus weer (nou ja, eigenlijk is het circus alweer begonnen, want ik ben al bezig met de eerste inhoudelijke voorbereidingen) en ik kan heel eerlijk gezegd nauwelijks wachten tot het zover is. Nee, niet omdat ik plots een totale pursunellutie trensplent ondergaan heb en mijn studie het allerleukste EVER vind, maar omdat het einde eindelijk in zicht is: ik hoop rond oktober 2015 klaar te zijn. Aangezien ik meer dan klaar ben om deze fase van mijn leven af te sluiten, wil ik er zo snel mogelijk mee beginnen.
Deze zomer heb ik zowaar een goede balans gevonden tussen geen barst uitvoeren, dutten en dingen doen. Natuurlijk staan er nog dingen op mijn to do lijst, maar ik heb door in een (voor mij dan) relaxed tempo dingen te doen, toch zo’n 80% weggewerkt, waaronder zaken die al jaren speelden, zoals papierzooi uit 2004 uitzoeken en mijn al 6 jaar stilstaande fiets weer rijdend maken.
Ook heb ik een goed overzicht van welke ~arty farty~ projecten uit deze fase ik nog moet afronden en wat ik nog de wereld in wil mikken de komende tijd. Ja, u mag nu collectief “Zij had geen talent maar zij vond zelf van wel…” zingen, dat doe ik tenslotte ook met grote regelmaat. Alleen zing ik dan “ik” in plaats van “zij”.
Met ingang van komende week update ik de hele handel hier nog maar 1 keer per week structureel, en wel op woensdag. Mijn Engelse blog heeft de zondag als wekelijkse updatedag toegewezen gekregen. Ik merk dat het “Ik update wel als ik er tijd voor heb”-principe voor mij niet werkt, ik ben dan meer tijd kwijt met gestresst zijn dat ik al [vul periode in] niet geupdate heb, en ijsberen over hoe ik deze keer dat @$@#$stuk weer moet openen zonder naar de “Het is lang geleden dat ik voor het laatst iets schreef”-formulering te moeten grijpen.
En ja, ik ben me er heus wel van bewust dat ik geen duizenden lezers heb die op mijn mallotigheden zitten te wachten, maar zoals dit stuk zegt, zijn zelfs mijn 5 lezers Van Belang. En hoewel ik normaal gesproken mild allergisch ben voor dit soort semi-esoterische “You go, tiger!”-bla bla, ben ik het wat dit betreft wel met d’r eens.
Dus, in het kort:
Deze zomer heb ik zowaar een goede balans gevonden tussen geen barst uitvoeren, dutten en dingen doen. Natuurlijk staan er nog dingen op mijn to do lijst, maar ik heb door in een (voor mij dan) relaxed tempo dingen te doen, toch zo’n 80% weggewerkt, waaronder zaken die al jaren speelden, zoals papierzooi uit 2004 uitzoeken en mijn al 6 jaar stilstaande fiets weer rijdend maken.
Ook heb ik een goed overzicht van welke ~arty farty~ projecten uit deze fase ik nog moet afronden en wat ik nog de wereld in wil mikken de komende tijd. Ja, u mag nu collectief “Zij had geen talent maar zij vond zelf van wel…” zingen, dat doe ik tenslotte ook met grote regelmaat. Alleen zing ik dan “ik” in plaats van “zij”.
Met ingang van komende week update ik de hele handel hier nog maar 1 keer per week structureel, en wel op woensdag. Mijn Engelse blog heeft de zondag als wekelijkse updatedag toegewezen gekregen. Ik merk dat het “Ik update wel als ik er tijd voor heb”-principe voor mij niet werkt, ik ben dan meer tijd kwijt met gestresst zijn dat ik al [vul periode in] niet geupdate heb, en ijsberen over hoe ik deze keer dat @$@#$stuk weer moet openen zonder naar de “Het is lang geleden dat ik voor het laatst iets schreef”-formulering te moeten grijpen.
En ja, ik ben me er heus wel van bewust dat ik geen duizenden lezers heb die op mijn mallotigheden zitten te wachten, maar zoals dit stuk zegt, zijn zelfs mijn 5 lezers Van Belang. En hoewel ik normaal gesproken mild allergisch ben voor dit soort semi-esoterische “You go, tiger!”-bla bla, ben ik het wat dit betreft wel met d’r eens.
Dus, in het kort:
- elke woensdag een LogPoespost;
- met enige regelmaat een Tumblr-queue;
- Pinterest voor de geestelijke fitness;
- vanaf 1 september test ik Instagram uit om te kijken of het bevalt;
- en voor de mensen die graag meer blogposts willen lezen, is er op zondag een YourfriendLPpost in het Engels.
donderdag 28 augustus 2014
Summer Bloggin' Dag 59: Vogelformaat
The Big Kahuna en ik zijn ooit ergens in de prehistorie op natuurwandeling geweest. Terwijl TBK elke voorbijhoppende en/of langsvliegende vogelachtige opzocht in het foldertje, was ik irritant:
The Big Kahuna: "Kijk! Dat is de blauwe hotseflots!"
LogPoes: "Ja, ok, maar is er ook een DIKKE hotseflots?"
TBK, bloedserieus: "Ja, waarschijnlijk wel. Kijk, de lichtgevlekte zwiebelewots!"
LP, voorspelbaar: "Maar is er ook een DIKKE zwiebelewots?"
TBK, onverstoorbaar: "Ik denk dat dat ook een variatie is, ja. Kijk! Een pollewukwoerts!"
U kunt wel raden wat ik toen vroeg. Ik heb die middag uiteindelijk van een stuk of 30 dieren gevraagd of er ook een dikke versie van was, en TBK heeft al die keren bloedserieus antwoord op gegeven. Té hilarisch!
Voor wie zich afvraagt wat mijn obsessie met dikke dieren is: die heb ik niet. Ik had ook dunne kunnen zeggen, of hoge, maar ik geloof dat ik nogal dikke voeten (de voorloper van Swamp Thing waarschijnlijk) had die dag, dus het werd dikke. Ja, ook toen had ik al een hoog coolstorybro-gehalte.
Ik moest deze week plots weer aan deze conversatie denken toen ik iets opzocht op googelie maps en uitkwam in Amsterdam Noord bij de Vogelstraat en omgeving:
Yup, d'r is een brede vogelstraat! :-D
dinsdag 26 augustus 2014
Summer Bloggin' Dag 57: Recycleren kun je leren, deel drie, tevens slot
Jawel, afgelopen zondag was het tijd voor de derde en laatste sessie "Recycleren kun je leren". Zoals u kunt zien ging er een flinke hoeveelheid zooi weg:
Glas, plastic en Heel Veel Papier. Sommige van die papieren lagen hier al sinds 2004 klaar om uitgezocht te worden. Ja, dat is Bar. Ook poetsten we (want zonder de hulp van The Big Kahuna is zo'n opruimsessie niet te doen) mijn al 6 jaar onverplaatst in het fietsenhok staande fietsen, die hopelijk voldoende op te lappen zijn zodat ik ze weer kan gebruiken. In ruil voor haar assistentie kreeg TBK mijn oude, knalroze, not-so-stupid-phone. Of, nou ja, in ruil: haar foon was stuk, tijdens het opruimen vond ik mijn oude foon terug en zo geschiedde. Maar ik vond "in ruil voor haar assistentie" zo'n leuk begin van een zin. Heb ik wel eens.
Na deze derde en laatste opruimsessie is mijn huis uiteraard nog steeds niet leeg, maar wel significant leger en kan ik het komende studiejaar in ieder geval doorkomen zonder letterlijk onder een (papier)zooiberg bedolven te worden.
zondag 24 augustus 2014
Summer Bloggin' Dag 55: Pootvogel
Vorige week, tijdens het doornemen van de "over deze dingen wil ik nog posten"-lijst, realiseerde ik me dat ik nog nooit een goede foto geplaatst had van mijn nieuwste tattoo, dus ik charterde The Big Kahuna, duwde haar mijn fancy ass fotocamera in handen en riep: "Fotoshoot!"
Dit uiteraard nadat ik mijn been eerst exfolieerde met Philosophy's the microdelivery peel en vervolgens even schoor. Ja, alleen mijn ene been. Want ik mag dan wel een tuthola zijn, ik ben ook een lui huisdier.
Aangezien het hoosde, klommen we naar de derde verdieping van het pand, waar de niet-door-bamboe-verduisterde glaswand voldoende licht doorliet voor een natuurgetrouwe, spontane foto. Dit waren respectievelijk foto nummer 9 en 11:
Sjeun vogeltje, toch?
Het is overigens een vuurvogel, uit de Slavische folklore. Ze eten gouden appels en blijven daardoor eeuwig jong. Verder is er ook altijd gedoe met koningen en prinsen en gevangen worden in gouden kooitjes en ingeruild worden voor prinsessen, maar de vuurvogel op mijn been is geheel vrij, van zichzelf en voorzien van gouden appeltje (zie snavel). Voor wie denkt "Hmm, dit lijkt wel een feniks": het is familie. Zichzelf regenererende en/of eeuwig jong blijvende vogels die iets met vuur/licht te maken hebben, zijn wezens die over de hele wereld in folkloreverhalen voorkomen blijkbaar.
De tattoo is door mijn tattooeermeneer zelf getekend, en zat er na een kleine 5 uur, verdeeld over twee sessies (eerst de lijntjes, toen de schaduwen), geheel op. Het genezingsproces ging zoals alle voorgaande keren vlot en probleemloos. Hij zit er ondertussen alweer meer dan een jaar(!) op, maar zelf zie ik hem op deze foto's ook pas voor het eerst zoals hij "echt" is, want van bovenaf is het een heel ander gezicht. Als u de foto dubbelklikt, wordt hij groter en kunt u alle fijne lijntjes en details goed zien, zoals het blaadje aan het appeltje, de hartjes in de veerpunten en de wimpers.
De schoen die ik aan heb, is overigens deze. Mocht u verder nog vragen hebben, zowel over mijn tattooervaringen in het algemeen als over deze tattoo in het bijzonder, dan kunt u die uiteraard in het reactievakje mikken.
vrijdag 22 augustus 2014
Summer Bloggin' Dag 53: Spirali(zer)
Een poosje terug zag ik op De Groene Meisjes (sowieso een aanrader) een post over de spirali(zer). Aangezien witte apparaten erom bekend staan dat ze behoorlijk levensvreugdverhogend werken hier in Huize LogPoes, kreeg ik enorm last van De Aas en zette "spiralizer aanschaffen met airmiles" op mijn Teuxdeux. Tijdens het afwerken van said Teuxdeux kwam ik dat punt dus weer tegen, ik mikte er een schrikbarende hoeveelheid airmiles-waar-ik-anders-toch-niks-mee-doe tegenaan en bestelde zo vorige week een spirali. Die ergens eind augustus geleverd zou worden.
Gister echter kreeg ik een mailtje dat hij diezelfde dag nog geleverd zou worden en 's middags was het inderdaad zover. Vandaag pakte ik hem uit en schoot er leutige foto's van. Ja, buiten voor mijn huis, want er is geen enkel oppervlak IN mijn huis waar eh, niets staat:
Zoals u ziet heeft hij een mes dat er in zit, en twee andere messen (die groene dingen) die opgeborgen zitten onderin het apparaat. Overigens is hij niet wit maar crème, maar dat mag de pret niet drukken. Je kunt er brede serpetineslierten, dunne spaghettislierten en dikke spaghettislierten mee snijden.
Eenmaal weer in mijn keuken griste ik enthousiast het eerste stuk groente dat ik kon grijpen en spieste het op het apparaat. Het bleek een rode paprika te zijn en eh, die bleek niet geheel geschikt. En bij nader inzien ook zijn beste tijd gehad te hebben, wat piepirritant is omdat ik hem gisteren pas gekocht heb, maar dit terzijde. Ik pakte toen een ui, en dat ging een stuk beter, en ook de tomaat liet zich redelijk vlotjes verslierten zoals u hieronder kunt zien:
Vlnr, vbno: uienslierten in een veel te duur blauw Iitalla taika schaaltje, uienslieren charmant gepresenteerd, tomatenslierten en het restant van de tomaat dat ik uiteraard ook heb opgegeten, want ik ga niet 1/3 tomaat wegmikken. Als ik daaraan begin ga ik namelijk failliet aan het kopen van tomaten en kan ik me nooit meer zo'n veel te duur blauw Iittala taika schaaltje veroorloven.
Al met al was de eerste, niet strategisch geplande, poging een succes. Het schijnt dat hij vooral enorm goed werkt met courgettes, dus dat ga ik natuurlijk binnenkort proberen, evenals andere recepten van het ge-wel-di-ge Inspiralized blog, wat géén bedrijfsblog is, maar een blog geschreven door iemand die hardcore fan is van haar Spiralizer.
Ps en geheel OT: sbslink gaf in een comment op mijn "Een wát?"-post van gisteren aan dat het haar deed denken aan een liedje, dat zó geniaal is dat ik het met u MOET delen:
Gister echter kreeg ik een mailtje dat hij diezelfde dag nog geleverd zou worden en 's middags was het inderdaad zover. Vandaag pakte ik hem uit en schoot er leutige foto's van. Ja, buiten voor mijn huis, want er is geen enkel oppervlak IN mijn huis waar eh, niets staat:
Zoals u ziet heeft hij een mes dat er in zit, en twee andere messen (die groene dingen) die opgeborgen zitten onderin het apparaat. Overigens is hij niet wit maar crème, maar dat mag de pret niet drukken. Je kunt er brede serpetineslierten, dunne spaghettislierten en dikke spaghettislierten mee snijden.
Eenmaal weer in mijn keuken griste ik enthousiast het eerste stuk groente dat ik kon grijpen en spieste het op het apparaat. Het bleek een rode paprika te zijn en eh, die bleek niet geheel geschikt. En bij nader inzien ook zijn beste tijd gehad te hebben, wat piepirritant is omdat ik hem gisteren pas gekocht heb, maar dit terzijde. Ik pakte toen een ui, en dat ging een stuk beter, en ook de tomaat liet zich redelijk vlotjes verslierten zoals u hieronder kunt zien:
Vlnr, vbno: uienslierten in een veel te duur blauw Iitalla taika schaaltje, uienslieren charmant gepresenteerd, tomatenslierten en het restant van de tomaat dat ik uiteraard ook heb opgegeten, want ik ga niet 1/3 tomaat wegmikken. Als ik daaraan begin ga ik namelijk failliet aan het kopen van tomaten en kan ik me nooit meer zo'n veel te duur blauw Iittala taika schaaltje veroorloven.
Al met al was de eerste, niet strategisch geplande, poging een succes. Het schijnt dat hij vooral enorm goed werkt met courgettes, dus dat ga ik natuurlijk binnenkort proberen, evenals andere recepten van het ge-wel-di-ge Inspiralized blog, wat géén bedrijfsblog is, maar een blog geschreven door iemand die hardcore fan is van haar Spiralizer.
Ps en geheel OT: sbslink gaf in een comment op mijn "Een wát?"-post van gisteren aan dat het haar deed denken aan een liedje, dat zó geniaal is dat ik het met u MOET delen:
woensdag 20 augustus 2014
Summer Bloggin' Dag 51: Een WÁT?
Jawel lieve mensen, dit is er weer eentje in de categorie Ongein op het plein! Vanochtend vroeg-ig liep ik mijn huis uit en pleurde ik bijna in een zandput. Ik zag dat de graafmeneer een pakje van Waternet aan had, dus ik dacht: "Hmm, er zal wel iets mis zijn met het water, als het een geplande graafwerkzaamheid was, dan had ik wel een brief gehad". Aangezien ik onderweg was naar mijn huisarts voor mijn halfjaarlijkse Grote PatiëntenbriefBezoek (GPB) en niet te laat wilde komen, stiefelde ik in dubbel tempo naar de bus en dacht er verder niet meer aan.
Toen ik terugkwam van mijn jolige bezoekje, zag ik het volgende:
Toen ik terugkwam van mijn jolige bezoekje, zag ik het volgende:
Ik dacht: "Nee, dat kan niet, ik zie het verkeerd". Maar nee, ik zag het goed:
De ongein op het plein bleek een heuse drinkfontein! :-D
Ik ben hoogst benieuwd of hij nog officieel geopend gaat worden en of hij het überhaupt doet. Ik houd u op de hoogte!
maandag 18 augustus 2014
Summer Bloggin' Dag 49: Recycleren kun je leren, the sequel
Gisteren kwam The Big Kahuna nogmaals assisteren bij het ontzooien van mijn huis, want dat gaat toch een stuk sneller (en joliger!) met z'n tweeën. In het kader van trek joor prookres een foto van de papieren, tijdschrijften en boeken die het pand verlaten hebben:
En omdat alleen maar zooi uitmesten alleen maar zooi uitmesten is, assisteerde TBK ook nog bij het schieten van een kiekje van mijn hi-la-ri-sche (helaas slechts temporary) tattoo.
zaterdag 16 augustus 2014
Summer Bloggin' Dag 47: Selfie culture bereikt Huize LogPoes (2)
Hier in Huize LogPoes bereiden we ons langzaam voor op de toetreding tot Instagram. Zoals u ziet, zijn er nog wat technische hindernissen te overwinnen: